10.2       Het Hindoeïsme in India

pandit S. Bansidhar                          

 
Net als alle godsdiensten, heeft ook het Hindoeïsme perioden van bijzondere bloei meegemaakt, maar ook perioden die het Hindoeïsme diep in haar wezen hebben geraakt en die hun sporen hebben achtergelaten. Deze zijn nog steeds merkbaar in de Indiase samenleving. Vóór de invasies door buitenlandse volkeren en buitenlandse machten waren alle bewoners van India belijders van het Hindoeïsme in haar diverse vormen. Alle volkeren die India binnendrongen deden het met de bedoeling om het land onder eigen heerschappij te plaatsen. Vervolgens werd met dwang en door bedreiging, terreur, moord, verkrachting en dergelijke het volk zodanig onder druk gezet dat men noodgedwongen moest overgaan tot het aannemen van de opgedrongen vreemde godsdiensten en leefregels. En om het eigen geloof snel ingang te doen vinden werden ook de dingen die de mensen nog dagelijks herinnerden aan hun eigen godsdienst, stelselmatig vernietigd, verwoest. De belangrijkste uiterlijke kenmerken van een geloof zijn de Heilige Geschriften en de gebedshuizen, die de Hindoes Mandier noemen en tekens op lichaam of huizen.

 De buitenlandse indringers, bezetters van India, hebben met grote inzet en met veel ongeoorloofde, onmenselijke middelen, op stelselmatige wijze deze kenmerken trachten te vernietigen of te minimaliseren. Daarnaast werden allerlei manieren gebruikt om de mensen te dwingen hun geloof te verwerpen en het geloof van de indringers aan te nemen. De verbranding en vernietiging van Mandirs (Hindoe gebedshuizen) zijn bekend. Minder bekend is misschien, dat India in die tijd de grootste universiteiten en bibliotheken van de wereld bezat. De boekverbrandingen die wij in het westen kennen, verdwijnen in het niets als men weet dat vele bibliotheken in India met duizenden en duizenden heilige en andere boeken vele maanden bleven branden en smeulen. Veel van de allerheiligste religieuze boeken zijn op die manier verloren gegaan, waardoor de generaties daarna niet konden terugvallen op hun Heilige Geschriften. Wanneer we bedenken dat de bezetting van India door diverse volkeren en landen meer dan duizend jaar heeft geduurd, en dat India pas in 1947 haar onafhankelijkheid terugkreeg, dan zal het niet moeilijk zijn te beseffen dat in die duizend jaar het Hindoeïsme een zeer grote slag is toegebracht en haar geschiedenis door de buitenlandse heersers ook in hun voordeel is vervalst. De jongeren hebben in die 1000 jaar die vervalste geschiedenis moeten leren. Dat betekent dat velen dat beschouwen als hun ware geschiedenis.

Nu India langzaam herstelt van de toegebrachte geestelijke en economische schade door de diverse bezetters, begint men langzaam weer aandacht te besteden aan zijn eigen ware geschiedenis, cultuur, religie en economie. Jonge Hindoe wetenschappers komen nu met bewijzen die op de meest moderne en wetenschappelijke manier zijn verzameld, hoe de geschiedenis in werkelijkheid was. Een ander opmerkelijk feit is, dat ook tijdens de overheersing gedurende duizend jaar, en ondanks de pogingen om de Hindoe cultuur en godsdienst te minimaliseren, de heersers er niet in slaagden om de gehele bevolking te demoraliseren. Velen bleven hun godsdienst trouw, bleven het openlijk belijden en hebben er zelfs voor gevochten. Ze waren zelfs bereid hun leven te geven in de strijd om hun godsdienst te beschermen. Anderen bleven op onopvallende manier in de privé sfeer hun geloof en cultuur trouw. In huiselijke kring werd gebeden, en de kinderen er op voorbereid om dat ook door te kunnen geven aan hun kinderen. Ondanks de boekverbrandingen op zeer grote schaal, bleven de boeken in privé bezit en privé collecties, kleine bibliotheken in ver afgelegen plaatsen bewaard. Langzaam begon het ook tot de overheersende machten door te dringen dat ze niet in staat waren om het moreel van de mensen te breken en het nieuwe geïntroduceerde geloof in die mate ingang te doen vinden zoals zij hadden gewild en gehoopt. De antwoorden van het Hindoeïsme op de toegepaste onderdrukking, vernedering, onderwerping waren:
- de vergeving van deze buitenlandse heersers (vijanden)
- hen met liefde behandelen ondanks de door hen gepleegde wreedheden
- openstaan voor de toenadering tot hen
- ook ten aanzien van hen de leer van de geweldloosheid (Ahinsa) toepassen
- ook hen een plaats te geven in de samenleving.
Door de toepassing van deze leerstellingen van het Hindoeïsme waren zij in staat om onder de moeilijkste omstandigheden te overleven. Het Hindoeïsme had hen in staat gesteld om een soort natuurlijke veerkracht te ontwikkelen. Deze natuurlijke veerkracht van het Hindoeïsme is de oorzaak, de reden dat zij ook vandaag nog na al de onderdrukking en de pogingen tot ondergraving van het geloof en de cultuur nog steeds springlevend zijn.

De Hindoe cultuur heeft de kracht om nu nog miljarden mensen op een positieve wijze te beïnvloeden en vormt nog steeds een bron van inspiratie voor hen. Andere eens zo beroemde culturen als de Griekse, Romeinse en Babylonische zijn inmiddels verdwenen of bijna in de vergetelheid geraakt. De Tolerantie, de veerkracht, het aanpassingsvermogen, de verdraagzaamheid, het vermogen om zelfs de tegenstanders een plaats te geven in de eigen samenleving, heeft de Hindoe gemeenschap telkens weer de kracht gegeven om de onderdrukking en vernedering niet alleen te verwerken en daartegen weerstand te bieden, maar tevens de kracht gegeven om die te overleven. Ofschoon een deel van de Hindoes die India vóór de onafhankelijkheid hebben verlaten, een deel van de gruweldaden gepleegd door de verschillende bezetters van India niet of niet de hele periode hebben meegemaakt gedurende de laatste 50 jaar, hebben zij wel degelijk aan den lijve ondervonden hoe zij en de bevolking van India toen al werden behandeld en vernederd.

 Misschien is naast hun cultuur en religie ook die ervaring van invloed geweest bij het opbouwen van een nieuw leven ver weg van India in een voor hen totaal vreemd land en vreemde omgeving. Ze konden op geen enkele wijze terugvallen op familie in India en hadden geen enkele mogelijkheid om gedurende de eerste vijf jaar naar hun geboorteland terug te kunnen keren. Zonder het goed te beseffen waren zij in een land terecht gekomen waarvan zij de naam nooit eerder hadden gehoord. Ze wisten zelfs na aankomst niet waar ze precies waren terechtgekomen. Wat ze wisten was dat ze bijna zes maanden in een zeilschip de overtocht hadden gemaakt. Dit bracht hen tot wanhoop, want ze wisten nu zeker dat ze nimmer meer op eigen kracht zouden kunnen ontkomen of terugkeren naar hun geboorteland. En zo zijn vele duizenden in diverse landen terechtgekomen! Dit wordt ook het vertrekpunt voor de beschrijving van het Hindoeïsme in Suriname.

 

15 jaar Hindoe basisschool Shri Saraswatie