In
dit artikel zal een korte schets worden
gegeven van hoe Hindoes staan tegenover de
ontwikkeling van de Nederlandse cultuur en
samenleving. Vandaar de titel "Bouwen aan de
Nederlandse samenleving". Hindoes staan niet
langs de zijlijn toe te kijken of zich af te
zonderen, maar hebben van hun zijde
doelbewust en doordacht een positieve
bijdrage geleverd aan de verdere opbouw van
de Nederlandse cultuur. Hoe is dat gegaan?
Welke inspiraties hebben de Hindoes geput uit
hun Hindoeïsme?
De
hedendaagse Nederlandse cultuur is niet wat
het vroeger vóór de jaren
zestig was. Er is na de zestiger jaren heel
veel veranderd. In de 19e en de 20e eeuw was
er in de totale opbouw van de Nederlandse
cultuur en samenleving een belangrijke rol
weggelegd voor het christendom, het Humanisme
en de Jodendom. In de politiek spreekt men
weleens van de Nederlandse samenleving als
resultaat van de Christelijke, Humanistische
liberale beschaving. Vooral de christelijke
leiders en kerkelijke instellingen hadden een
vrij grote invloed op de inrichting van
diverse instituten o.a. gezondheidszorg,
onderwijs en het maatschappelijke
activeringswerk.
Echter na de
zestiger jaren doen vanwege de migratie de
nieuwe levensbeschouwelijke stromingen hun
intrede: De Islam, het Hindoeïsme en het
Boeddhisme. De Nederlandse samenleving wordt
gekenmerkt als een pluriforme samenleving dat
wil zeggen een samenleving waarin diverse
culturele en levensbeschouwelijke stromingen
bestaan. Men spreekt ook van een
multiculturele samenleving.
Het bestaan van
diverse levensbeschouwelijke stromingen naast
elkaar en de confrontaties van diverse
culturele groeperingen met elkaar roepen vele
vragen op het gebied van participatie,
integratie en assimilatie. Eerst volgt een
omschrijving van de genoemde
begrippen.
Met participatie
wordt bedoeld dat de Hindoes als burgers van
de Nederlandse samenleving volwaardig en in
vrijheid moeten deelnemen aan de samenleving
op economisch, sociaal, cultureel en politiek
vlak. Op het gebied van economie betekent
o.a. deelname aan het arbeidsproces. Op
sociaal en cultureel vlak houdt participatie
in de betrokkenheid van Hindoes bij de
diverse activiteiten in de wijken en in de
directe omgeving (wijkverenigingen,
buurthuizen, gemengde culturele verenigingen
etc.). Op politiek vlak betekent o.a. het
deelnemen aan bijeenkomsten van politieke
partijen of bijvoorbeeld het lidmaatschap van
een politieke partij naar eigen
keuze.
Het
meedenken, het meepraten en het meedoen,
vormen de basis voor integratie. Het doel van
de participatie is het bereiken van een
geslaagde integratie dat willen zeggen
aanpassing aan normen en waarden
(gedragscodes) die in de samenleving van
groepen gelden. De integratie kan volgens
prof. Penninx [26] zich op drie
dimensies voordoen:
De structurele
dimensie als het gaat om zich duurzaam
aanpassen aan maatschappelijke structuren als
onderwijs, arbeid en huisvesting; structurele
integratie heeft te maken met de sociaal -
economische positie van het individu, in de
sfeer van onderwijs en
arbeidsmarkt.
De culturele
dimensie als het gaat om de mate en aard
van de sociale contacten die de leden van
culturele groeperingen met elkaar hebben, de
deelname aan informele circuits, zoals buurt,
vriendenkring en clubs.
De politieke
bestuurlijke dimensie, als het gaat om
bijvoorbeeld deelname in besturen van
onderwijsinstellingen, ziekenhuizen,
sportbonden, politieke partijen en andere
soortgelijke instituten.
Het begrip
assimilatie houdt een vergaande, kritiekloze
en geforceerde aanpassing van het individu
aan de Nederlandse samenleving. Er is sprake
van een totale ontkenning van de eigen
identiteit; of zoals de schrijver Paul
Cliteur [9] het omschrijft:" Wanneer
je in Rome bent, doe je alles zoals de
Romeinen het doen". Het tegengestelde van
assimilatie is segregatie, het afzonderen van
de Nederlandse samenleving. Het blijven
vasthouden aan eigen identiteit met afwijzing
van invloeden van andere culturele
groeperingen levert vaak verstarring op. Deze
vorm van eigen cultuurbeleving leidt
makkelijk tot fanatisme en
fundamentalisme.
Het begrip
integratie wordt ook verward met het
inburgeringproces. Het inburgeringproces is
een maatregel van de Nederlandse regering om
de integratie van bepaalde groepen migranten
te bevorderen. Het gaat om migranten die de
Nederlandse taal niet beheersen en die
onvoldoende kennis hebben van de Nederlandse
samenleving. Deze groep migranten worden van
overheidswege verplicht om
onderwijsprogramma's voor inburgering te
volgen (Wet inburgering
Nieuwkomers).
Het
Hindoeïsme en
Integratie
Er wonen ongeveer 200.000 Hindoes in
Nederland. Het begrip Hindoe vereist een
nadere omschrijving. Een Hindoe is in deze
context een mens, die ongeacht ras, afkomst
en geslacht leeft volgens de regels van het
Hindoeïsme; of die op zijn minst zich
betrokken voelt bij de godsdienst en cultuur
die zeer nauw verbonden zijn met het
Hindoeïsme. Enkele aspecten van de
leefwijze van de Hindoes worden hieronder
beschreven. Elders in dit gedenkboek wordt
een speciaal hoofdstuk gewijd aan begrippen
als Hindoe en Hindoeïsme. De meeste
Hindoes in Nederland zijn immigranten van
Indiase afkomst uit Suriname, ook wel de
Hindoestanen genoemd.
Het
Hindoeïsme is een levensbeschouwing, die
een ruimere betekenis heeft dan het begrip
religie. Het heeft te maken met ons bestaan
als mens, als Hindoe, dus het menselijke
bestaan van de geboorte tot de dood. Hoe
brengen wij onze dag door? Zijn wij aardig
voor elkaar, hebben wij respect voor elkaar
of vliegen wij elkaar in de haren? Hoe denkt
men in het Hindoeïsme over de normen en
waarden?
In het
Hindoeïsme gelooft men in universele
normen en waarden die overal in de wereld
gelden. Het Hindoeïsme heeft bepaalde
opvattingen over maatschappij, cultuur,
opvoeding en gezin. De opvattingen vanuit het
Hindoeïsme staan niet op gespannen voet
met bijvoorbeeld hoe de christenen denken
over bepaalde normen en waarden in de
samenleving.
Zoals in
het christendom de tien geboden zijn (gij
zult niet stelen, gij zult uw vader en moeder
eren, gij zult de waarheid spreken etc.),
kent ook het Hindoeïsme belangrijke
regels die de normen en waarden van de
individuele mens bepalen:
respect hebben voor ouderen, voor de
leermeester, voor God de schepper, zich
onthouden van boosheid, de beheersing van de
zinnen, verbod op geweld en dwang
nadruk op de individuele vrijheid van de
mens, gelet op zijn eigen karma, de liefde
voor de waarheid etc.
Volgens het
Hindoeïsme vormen de universele normen
en waarden (universeel geldend doch aangepast
aan de tijdsgeest en omgeving) de grondslagen
van ons bestaan. Zo is de vrijheid van het
individu (zowel de man als de vrouw) erg
wezenlijk in het Hindoeïsme. Volgens de
Karma leer mag een individu zelf bepalen wat
hij of zij wil, de persoon in kwestie mag
leven zoals hij of zij dat wil en kan. Er is
geen sprake van dwang. Doch het individu
heeft in zijn of haar vrijheid een zekere
verantwoordelijkheid. Vrijheid kan niet
zonder verantwoordelijkheid. Een baby, een
klein kind is niet vrij, omdat dat kind geen
verantwoordelijkheid kan dragen. Het kind is
afhankelijk van zijn vader en moeder. Bij een
verstandelijk gehandicapte geldt hetzelfde.
Een voorbeeld. De persoon als
verkeersdeelnemer is vrij met zijn auto te
rijden, maar is tegelijkertijd
verantwoordelijk voor dat autorijden. Behalve
het betalen van wegenbelasting heeft hij of
zij rekening te houden met de veiligheid van
anderen. Als hij of zij onder invloed van
alcohol een auto bestuurt en vervolgens een
verkeersongeval veroorzaakt en daarbij het
leven van een ander ontneemt, dan is hij of
zij volledig aansprakelijk voor de gevolgen
van het verkeersongeval (invordering
rijbewijs, opleggen van straf en
schadevergoeding etc). In het gezin is het
niet anders. Als ouders de kinderen niet
opvoeden volgens de gewenste normen en
waarden van de samenleving, dan is de kans
groot dat het gezin uit elkaar valt, welk
proces meestal gepaard gaat met heel veel
verdriet en ellende. Het is het individu die
zelf moet bepalen hoe en in welke mate hij of
zij wenst aan te passen aan zijn veranderende
omgeving, een vrijheid die gedragen, wordt
door de eigen verantwoordelijkheid ten
opzichte van elkaar in de samenleving met
anderen.
Zoals alle andere
mensen in Nederland, hebben ook Hindoes de
vrijheid om te leven volgens de eigen
levensbeschouwelijke opvattingen, zeker als
deze opvattingen universeel van toepassing
zijn. Het respecteren van de normen en
waarden van de Nederlandse samenleving
betekent niet dat de Hindoes in Nederland
moeten assimileren aan de hier te lande
overheersende Nederlandse cultuur. Elke
burger, zo ook de Hindoes, moet zijn of haar
identiteit in zijn vrijheid kunnen beleven en
uitdragen.
Echter het
beleven van eigen culturele identiteit mag
niet leiden tot de verstoring van de openbare
orde. Het houden van een optocht tijdens
Diwalifeest of tijdens het Holifeest in de
binnenstad van Rotterdam moet geen aanleiding
vormen voor allerlei conflicten. Hierbij
worden er twee aspecten onderscheiden.
Enerzijds moet het beleven van eigen
identiteit niet leiden tot het afzonderen van
de eigen cultuur. Anderzijds moet de openheid
geen verwarring doen ontstaan.
En aangezien in
het Hindoeïsme als leidende beginselen
gelden: " De gehele Wereld is onze familie
(Vasudhaiva Kutumbakam)" en "Eenheid in
verscheidenheid (Anekta me Eekta)" is
segregatie van culturen of een isolement van
bepaalde groeperingen af te wijzen. Volgens
het Hindoeïsme moet er sprake zijn van
openheid naar elkaar toe en acceptatie van
elkaar zonder vooroordelen. De openheid moet
betekenen kennisneming van elkaars culturele
uitingen, waarin bepaalde normen en waarden
vervat zijn. Kennis en inzicht in elkaars
culturele en religieuze achtergronden zijn
belangrijk voor een geslaagde integratie.
Want integratie is geen eenzijdig proces,
vooral als het gaat om integratie op sociale
en culturele dimensie.
Dialoog
en Integratie
Het bouwen aan de Nederlandse samenleving
betekent ook dat de Hindoe gemeenschap in
Nederland de dialoog moet aangaan niet alleen
met andere religieuze en levensbeschouwelijke
stromingen maar ook en vooral met de gewone
mensen in de wijken en de buurten. Het
Hindoeïsme is bij vele autochtone
Nederlanders een onbekende religie. En
onbekend maakt vaak onbemind. Deze mening
geldt niet zozeer in de kring van de
intellectuelen, maar vooral in de kring van
de gewone mensen en de gewone buurten en
woonwijken waar de meeste Hindoes zijn
gevestigd. Zo denken vele autochtone
Nederlanders dat het Hindoeïsme een veel
godendom is of dat de vrouw in het
Hindoeïsme een ondergeschikte positie
heeft.
Integratie begint
met het proces van ontmoeting (confrontatie)
en kennisneming van elkaars culturele
uitingen. Voor de uitwisseling van kennis is
de dialoog in openheid naar elkaar toe
vereist. Er ontstaat respect voor elkaars
opvattingen en culturele achtergronden. Doch
hiermee is de integratie ingeleid doch niet
op gang gebracht. Er moet sprake zijn van
acceptatie van elkaars culturele uitingen. De
culturele en of religieuze bijeenkomsten
(Holifeest, Diwalie) in de wijken van
bijvoorbeeld Rotterdam moeten niet worden
gezien als iets vreemds of iets
minderwaardigs. Het moet worden beschouwd als
een waardevolle verrijking van de Nederlandse
multiculturele samenleving. Een extra
inspanning voor het voeren van dialoog van de
zijde van de Hindoes en van de zijde van de
andere culturele groeperingen is vereist nu
het klimaat in Nederland, sinds 11 september
2001en na de moord op Theo van Gogh, zo
grillig en gespannen is voor een normale
ontmoeting tussen mensen uit de diverse
culturele groeperingen.
De dialogen
tussen Hindoes en andere religieuze of
levensbeschouwelijke stromingen zijn er
geweest en met succes. Zo organiseert de
Haagse Raad voor Levensbeschouwing en
Religies op Prinsjesdag (de opening van het
parlementaire jaar op de derde dinsdag in
september) een interreligieuze en
-levensbeschouwelijke bezinningsbijeenkomst
in de Grote Kerk te Den Haag. Sinds 2000 is
de bijeenkomst ook toegankelijk voor Hindoes.
Voordien werd deze bezinningsbijeenkomst
uitsluitend door het comité
Christelijke Kerken georganiseerd. Op het
podium in de Grote Kerk van Den Haag staan
niet alleen een dominee en een priester klaar
om het parlementaire jaar in te wijden, maar
ook een pandit en een Imam.
De
bijdrage van de
Hindoes
Het Hindoeïsme heeft haar meerwaarde
voor de Nederlandse samenleving bewezen,
vooral op het gebied van de spiritualiteit.
De meditatie, de yoga en de reïncarnatie
zijn geen onbekende termen voor vele
Nederlandse burgers. Hierbij hebben de
verschillende Hindoe vrijwilligers
organisaties een belangrijke rol gespeeld. In
bijna alle grote steden en bekende gemeenten
organiseren de Hindoe organisaties lezingen,
culturele en religieuze manifestaties en
andere sociale culturele activiteiten.
Daarbij worden zoveel mogelijk leden van
andere culturele groeperingen uitgenodigd
voor deelname aan de activiteiten. Ook
autochtone Nederlanders hebben organisaties
opgezet o.a. de Sai Baba beweging en de
Nederlandse afdeling van ISKCON, die een link
hebben met het Hindoeïsme. Ook zij
houden lezingen en meditatiebijeenkomsten.
Jaarlijks worden er in Amsterdam, Den Haag en
Rotterdam tijdens het Diwaliefeest een
fakkeloptocht gehouden en tijdens het
Holifeest een openbare Holi manifestatie. In
bijna alle grote steden zijn er Mandirs waar
meestal zondags tempeldiensten worden
gehouden. Tijdens deze tempeldiensten wordt
er ook aandacht besteed aan
integratievraagstukken o.a. de gelijke
behandeling van mannen en vrouwen en het
vraagstuk van de toename van echtscheidingen
bij Hindoes. Op drie gebieden heeft de Hindoe
gemeenschap een eigen instelling of een eigen
instituut kunnen opzetten:
Op het gebied
van de media: de oprichting van
Organisatie voor Hindoe Media (OHM, 1993)
belast met het verzorgen van radio en
televisie programma's op landelijk niveau; de
programma's worden niet alleen door Hindoes
bekeken, maar ook door vele autochtone
Nederlanders; een activiteit die vooral
gericht is op het verspreiden van kennis over
het Hindoeïsme en indirect daarmee het
bevorderen van de integratie van de Hindoes
in de Nederlandse samenleving.
Op het gebied
van onderwijs: de oprichting van vier
Hindoe basisscholen in de drie grote steden,
te weten Amsterdam, Den Haag en Rotterdam; op
de Hindoe basisschool wordt er een zelfde
onderwijspakket verzorgd als op de gewone
basisscholen; alleen wordt er vanuit de
filosofie van het Hindoeïsme extra
aandacht besteed aan de begeleiding van de
leerlingen en ondersteuning van de ouders;
ook wordt er extra gewicht gelegd op de
gedragsontwikkeling van kinderen op het
gebeid van tolerantie, verdraagzaamheid en
samenwerking;
Op gebied van
relatie overheid en Hindoe gemeenschap:
de oprichting van de Hindoe Raad Nederland
(HRN, 2001) als een representatief orgaan,
een gesprekspartner van de overheid ter zake
alle aangelegenheden betreffende het
Hindoeïsme; ook een instituut dat
gericht is op de bevordering c.q.
versoepeling van het integratieproces bij
Hindoes.
Verder zijn er
diverse andere organisaties die op basis van
particulier initiatief veel werk verzetten op
het gebied van de integratie Hindoes. Als
voorbeeld, de Nederlandse Hindoe Ouderenbond
(NEHOB 2002), die door de Nederlandse
overheid is erkend als de enige landelijke
ouderenorganisatie ten behoeve van de Hindoe
ouderen in Nederland. De Nehob biedt
ondersteuning aan de Hindoe Ouderen die uit
Suriname in de jaren 1975 zich in Nederland
hebben gevestigd en die niet zo makkelijk
toegang verkrijgen tot allerlei bestaande
faciliteiten ten behoeve van ouderen in
Nederland.
Conclusies
De Hindoes zijn over het algemeen een
ondernemend volk.
Op verschillende terreinen hebben zij enige
vooruitgang geboekt. Op de structurele
dimensie hebben zij hun maatschappelijke en
economische positie verbeterd. Steeds meer
Hindoes hebben een baan en een eigen
koopwoning. Ook in het onderwijs scoren zij
niet slecht. Er is een toename van Hindoe
artsen, medische specialisten,
informatiedeskundigen en advocaten. Ook vele
Hindoe meisjes volgen een universitaire
opleiding.
Op sociaal culturele dimensie hebben talrijke
activiteiten bijgedragen tot de bevordering
van de integratie van het Hindoeïsme en
van de Hindoes in de Nederlandse samenleving.
De Hindoes in Nederland hebben wel een
opvallende achterstand op het gebied van
kunst, mode en sport. Binnen de Hindoe
gemeenschap zijn er nog geen bekende
voetballers en kunstenaars. Ook in de media
zijn de Hindoes niet zichtbaar.
Op politiek en bestuurlijke dimensie zijn de
resultaten niet op alle deelgebieden even
gunstig. In de gemeenteraden is er sprake van
een redelijk aantal Hindoe
vertegenwoordigers; in de Tweede Kamer is een
Hindoe vrouw gekozen (CDA). Maar in de
diverse besturen van maatschappelijke
instellingen zijn nauwelijks Hindoe
vertegenwoordigers zichtbaar.
Ook op andere gebieden is er sprake van een
bepaalde achterstand. Zo bestaat er van de
zijde van de Hindoe gemeenschap naar de
algemene instellingen van gezondheidszorg toe
nog geen duidelijke standpunten ten aanzien
zaken zoals orgaandonatie,
weefseltransplantatie en euthanasie. Er
bestaat behoefte aan een eigen instituut voor
het voortgezet onderwijs (MAVO HAVO /VWO
scholengemeenschap) en een instelling voor
verpleging en verzorging van Hindoe
ouderen.
De Hindoes zullen
zich blijven inzetten aan de verdere
ontwikkeling van de Nederlandse samenleving
en cultuur. Zij zullen proberen vanuit hun
levensfilosofie, hun levensbeschouwing een
bijdrage te leveren aan de totstandkoming van
een samenleving waarin burgers vreedzaam
kunnen samenleven (een vreedzame, geordende,
harmonische samenleving, waarin geweld en
discriminatie geen plaats hebben). De
integratie is geen aflopend proces. De
Hindoes zullen verder bouwen aan de
Nederlandse samenleving.