3     De kenmerken van het Hindoeïsme

Meerdere schrijvers                      

 
3.1          Het Hindoeïsme kent geen stichter

pandit S. Bansidhar                     

 
Wanneer wij het hebben over de religiën op deze aarde, dan zal niemand er om heen kunnen om het Hindoeïsme als één van de eerste te noemen. Het Hindoeïsme vindt zijn oorsprong in HINDOESTAN. Dat betekent: " Het land van de Hindoes ". Dit houdt tevens in dat vóór de invasies door inwoners uit andere landen, alle bewoners van het land Hindoes waren. Het land "HINDOESTAN" is voor de meeste mensen beter bekend als Bharat Varsha of India. Bharat Varsha betekent "het land van wijsheid" en is genoemd naar de koning Bharat Maharaadj.

 Het Hindoeïsme kent, in tegenstelling tot andere godsdiensten, geen stichter en heeft zich nimmer laten opsluiten in een voor ieder mens vast omlijnde geloofsbelijdenis. Voor Hindoes heeft hun godsdienst (beter gezegd hun manier van leven) geen duidelijk aanwijsbaar begin en ook geen einde. Het was er altijd en zal ook altijd aanwezig zijn, omdat God eeuwig is. Daarom wordt het " Sanatan Dharma" genoemd. Dat wil zeggen, de eeuwige, niet aan tijd, plaats en omstandigheden gebonden Dharma. Bestemd voor alle mensen op deze aarde. Sanatan Dharma gaat er van uit dat religie niet alleen een geloof is, maar een rechtvaardige, morele en heilzame manier van leven. Het Hindoeïsme kent daarom ook geen vastgeroeste voor altijd geldende, vastomlijnde en onveranderlijke regels. Er is een kern; een oerwaarheid dat God bestaat en regels omtrent de waarheid geldend onder alle omstandigheden. Om deze kern is er een groot raamwerk die onderhevig kan zijn aan veranderingen afhankelijk van de tijd, plaats en omstandigheden. Het individu is vrij in de keuze van zijn geloof, beleving, denkbeelden en opvattingen, mits men eerlijk, oprecht en rechtvaardig is in zijn gedrag en in zijn levenswandel. Het Hindoeïsme is dynamisch, het is een beweging en geen toestand in rust, een steeds verder ontwikkelend proces. Het is een levende en groeiende traditie en geen starre en onveranderlijke openbaring. Het staat open voor de aanbidders van Vishnu, Shiva en Doerga van de Sakaarwaadies en ook van de Nierakaarwaadies. Het Hindoeïsme kan men daarom beter omschrijven als een verzameling van geloofstromingen. De basis hiervan wordt gevormd door een wijsgerig geloof dat voor ieder mens op deze wereld heilzaam kan zijn. Ondanks de verscheidenheid van verschijnselen is het Hindoeïsme een levende eenheid. Het is een EENHEID IN VERSCHEIDENHEID. De Vedanta vormt de basis waarop de vele ideeën, culturen, idealen en geloofstromingen die samen bekend staan als het Hindoeïsme, rusten.

 

De fundamentele leerstellingen van het Hindoeïsme.

 1. Het geloof in 1 (één) Oerbron, God, als schepper van alles en iedereen.
De Vedanta zegt: Ekam Eeuw Adwietiejam Brahman,
Vertaling: Het absolute is één zonder tweede.
En de Veda zegt: Ekam Sat Vipra Bahudha Vadantie,
Vertaling: Er is maar één Waarheid, maar de wijzen beschrijven haar op verschillende manieren en aanbidden Hem met diverse namen. In tegenstelling tot andere Godsdiensten wordt God niet alleen als een man/vader gezien. Voor de Hindoes is God moeder en vader tegelijk.

 2. Het geloof dat God: Sarwa Shaktiemaan (Almachtig) is, Sarwa Wyapak (overal aanwezig) is en Kan kan me waas karne wala hai (God is in alles aanwezig).

 3. Het geloof dat God Nierakaar en Sakaar is. Nierakaar betekent zonder vorm, abstract en onzichtbaar. Sakaar betekent: met een vorm, wel zichtbaar. Dit is in hoofdstuk 4 verder besproken.

 4. Het geloof in de Karma theorie.
Het geloof in een kringloop van wedergeboorten die worden bepaald door het persoonlijke karma van de betreffende persoon. Deze moet uiteindelijk leiden tot de Moksha (verlossing). Dit is in hoofdstuk 6.1 verder besproken.

 5. Het Warna stelsel (Kastenstelsel, principes van sociaal economische ordening)
Het kastenstelsel is een rangschikking van mensen in de 4 sociale klassen van de maatschappij namelijk: Brahmanen, Kshatries, Waishya´s en Shoedra´s. De verdeling is gemaakt op basis van de kennis, handeling, gedrag en maatschappelijke betrokkenheid van de mensen in de samenleving.

 6. De Sanskaars (zuivering en spiritualiserings rituelen, heilige sacramenten)
De sanskaars worden uitgebreid in hoofdstuk 6 behandeld.

 7. Het Aashram stelsel (Levens fase stelsel)
Het aashram stelsel is een rangschikking van mensen in de 4 levensfasen namelijk: Brahmacharya (student, celibatair), Grihast (huwelijksleven), Waanprast (een tussenfase) en Sanyaas (de onthechte orde).

 8. De Vier Purushaarths (doel-middelstelsel)
Purusaarth betekent de inspanningen die ieder mens moet verrichten om het hoogste ideaal te bereiken waarvoor God ons dit leven heeft gegeven. Men noemt ze de vier levensdoelen! Het zijn regels en gedragscodes die men in acht dient te nemen om een eerlijke en rechtvaardige samenleving in vrijheid en veiligheid te laten groeien en bloeien. Het leven volgens die regels die de gemeenschap noodzakelijk acht om een ieder de vrijheid en bescherming kunnen bieden en hen ook in staat stellen om geluk te kunnen ervaren en uiteindelijk een plaats te kunnen vinden in Gods Koninkrijk. De vier Purusaarth's zijn:

1      Dharma-handelen volgens de regels van ethiek, moraal en religie.

2      Arth-handelen om op eerlijke manier (financiële) middelen te verkrijgen.

3       Kaam-handelen om rechtvaardige verlangens te kunnen realiseren.

4       Moksha-handelen om de verlossing te bereiken.

 

9. De Tri Riens (loyaliteitsstelsel)
Dit zijn de drie (Tri) ere, morele schulden (rien) die elk mens heeft op deze aarde tijdens zijn leven.

1.     De matrie rien.
Matrie komt van het woord mata (moeder). De Moeder wordt in het Hindoe denken vergeleken met God als Moeder die ons het leven schenkt. Er wordt vaak gewezen op een tekst die heel bekend is namelijk: "MAA KE CHARNO ME SANTAAN KA SWARGA HAI". Vrij vertaald betekent het: "via de voeten van de moeder openbaart de hemel zich voor haar kind. En aan de voeten van de moeder ligt de hemel van het kind". Het is de moeder die ons eerst 9 maanden in haar buik met haar eigen bloed laat groeien, ons draagt. Ze is ook bereid vele offers te brengen om haar kind ter wereld te brengen. Pijnen, ongemakken worden overwonnen door geduld en liefde voor haar kind. Niemand is in staat dit met geld, zorg of wederdiensten volledig terug te betalen!

2.     De pietrie rien.
Pietrie komt van het woord pieta (vader). De bijdrage die de vader levert aan de zorg, ontwikkeling, opvoeding en groei van zijn kind mag zeker niet worden onderschat. Hij heeft de taak om naast opvoeding het kind wegwijs te maken in deze harde maatschappij. Hij heeft de taak om het kind telkens te blijven stimuleren, corrigeren, aanmoedigen, ondersteunen en beschermen.

3.     De achaarya rien.
Achaarya betekent leermeester, spiritueel leraar; de guru. In de Hindoe cultuur is de guru degene die de duisternis, de onwetendheid en de negatieve eigenschappen van een kind (mens) middels opvoeding, theoretische en praktijk gerichte kennisoverdracht, het kind zodanig vormt dat het als volwassene een bijzondere rol kan vervullen in de maatschappij. Hij is dan ook zowel in lichamelijke (Yoga) als geestelijke (meditatie, zang, dans, muziek) opzicht een evenwichtig mens.

 
 

De Tri Moertie

De Tri Moertie of de Tri Dew (de Goddelijke drie eenheid) Brahma, Vishnu en Shiva. Dit is de naam voor drie van God, Zijn bijzondere aspecten. Als Schepper wordt Hij Brahma genoemd. Voor de duidelijkheid vermeld ik dat Brahma één van de drie aspecten is van die ene Absolute Waarheid (God). Als onderhouder van alles wat door Hem is geschapen wordt Hij Vishnu genoemd. En datgene wat door Hem is geschapen en enige tijd in leven is gehouden, moet weer terug om de kringloop voort te zetten. Als beëindiger zorgt Shiva er dus voor dat alles wat eens is ontstaan, is geboren, na enige tijd ook eindigt. Men noemt dit het regeneratie proces.

 

 

De Awtaar

God kan zich ook manifesteren als een Awtaar (Incarnatie van God op aarde - het neerdalen van God op Aarde). De bekendste Awtaars van God op aarde zijn Heer Shri Raam en Heer Shri Krishna.

 

De tien kenmerken van de Dharma (Dharma ke Das Lakshan).

1. Dhriti; Standvastigheid, zich niet laten ontmoedigen door moeilijkheden tegenslagen enz.

2. Kshama; Het schenken van vergiffenis aan overtreders, hoewel je de kracht en macht hebt om ze te straffen.

3. Dam(o); De kracht om de wil te beheersen.

4. Asteya; Nimmer iets toe-eigenen wat u niet toebehoort. Niet stelen dus.

5. Sauch; Zowel het lichaam als de geest altijd rein houden.

6. Indriyah Niegraha; Het beheersen van de zintuigen

7. Dhi; Dhi is de afkorting van Boeddhie, dat verstand, wijsheid betekent. Het is de (morele) plicht van ieder mens om te streven naar de verwerving van wijsheid.

8. Widya; De verwerving van de intellectuele kennis, waarmee een scherpe analyse van al het geschapene kan worden gemaakt.

9. Satya; Altijd de waarheid spreken en ondersteunen.

10. Akrodh; Leren beheersen en leren omgaan met boosheid en woede.
Alleen zij die in staat zijn om de eigenschap van de Akrodh (beheersing van de woede) te ontwikkelen en toe te passen, kunnen de evenwichtigheid en helderheid van het denken behouden. Dit zal kunnen bijdragen tot het nemen van de juiste beslissingen.

 

Enkele gedragsregels die voor een geordende samenleving noodzakelijk zijn:

-       Brahmacharya; Een kuis leven voor en tijdens het huwelijk. Dit is niet alleen voor vrouwen, maar ook voor mannen bedoeld. Een monogaam huwelijksleven leiden. Dit is in eerste instantie een religieus gebod. Ook het christendom kent dit. Denk maar aan de tekst: "Tot de dood ons scheidt". Voor het grootste deel van de Hindoes speelt dit nog steeds een zeer belangrijke rol. Wanneer we letten op de ziekten als AIDS enz. dan is het zeker ook praktisch gezien een gebod om er terdege rekening mee te houden. Buitendien bevordert het de eenheid en saamhorigheid tussen partners en neemt het vertrouwen naar elkaar in belangrijke mate toe.
-       Respect voor alle mensen in zijn algemeenheid maar vooral voor ouderen, vrouwen en kinderen. Daarnaast vormen in de belevingswereld van de Hindoe de mens, dier, plant, natuur en milieu tezamen de Goddelijke schepping. De Ahinsa leer (geweldloosheid) draagt ook bij tot het betonen van dit respect voor de dieren, planten, natuur, milieu enz.

De Karma theorie gaat er van uit dat het de plicht is van ieder mens om altijd bezig te zijn met het verrichten van de goede, eerlijke en oprechte daden. De mens moet dus hierbij niet alleen berekenend aan het werk te gaan, om slechts die daden te verrichten die hem/haar voordelen opleveren. Maar de mens moet altijd die daden verrichten waardoor hij/zij, zijn/haar plicht als een goed mens kan verrichten. Het doen van goede, eerlijke en oprechte daden waarmee wij mens, dier, plant en milieu dienen is op zich al een beloning.

 

15 jaar Hindoe basisschool Shri Saraswatie