3.3          Een korte historie van het Hindoeïsme

pandit S. Bansidhar                       

 
Het Hindoeïsme is de oudste religie ter wereld. Ten minste 75% van de inwoners van India, Bali en Nepal zijn Hindoes. Daarnaast wonen in alle landen van de wereld Hindoes. In landen als Suriname, Guyana, Trinidad & Tobago, Mauritius en Fiji vormen zij de meerderheid van de bevolking. In landen als Zuid Afrika en andere Afrikaanse landen; Amerika, Canada, Singapore en Australië zijn vele miljoenen Hindoes woonachtig.

In Nederland zijn er naar schatting 200 000 Hindoes. Het Boeddhisme, dat vele honderden miljoenen aanhangers heeft, is ontstaan uit het Hindoeïsme en heeft veel overeenkomsten met het Hindoeïsme. Hindoes zien het Boeddhisme als een vorm, stroming van het Hindoeïsme. Het Hindoeïsme heeft gedurende vele duizenden jaren een groei doorgemaakt. Het anticipeerde middels de in gang gezette ontwikkelingen, op de behoeften van de mens. Het heeft de noodzakelijke veranderingen ondergaan. De Rishi's konden hun waarnemingen, overdenkingen, experimenten, ervaringen en aanschouwingen, de door de Hogere Macht als het ware ingefluisterde boodschappen aan hen, in Sutra's vastleggen. Sutra's zijn beknopte formuleringen, waarin de Rishi's hun ervaringen, waarnemingen, aanschouwingen, overdenkingen konden vastleggen en doorgeven aan de mensen in hun omgeving. Dit werd steeds verder ontwikkeld en aangevuld met nieuwe ervaringen, overdenkingen en Goddelijke ingevingen. Van generatie op generatie werden deze ontwikkelingen doorgegeven aan de nieuwe generaties. De verkregen kennis, ingevingen en ervaringen ging men ook toetsen en vergelijken met de harde werkelijkheid in hun omgeving. Door zoveel mogelijk onzekere factoren uit te sluiten benaderde men steeds meer de waarheid. Men kon veel exactere analyses maken. Deze werden soms ook afgewezen door de samenleving omdat de werkelijkheid in hun belevingswereld anders was. In de meeste gevallen werden de gevolgtrekkingen van de Rishi's wel aanvaard en/of verder ontwikkeld. Het verder ontwikkelen was niet alleen op basis van de waarnemingen, maar men ging steeds meer verstandelijk beredenerend en de innerlijke ingevingen daarbij betrekkend aan het werk.

De Rishi's zien middels hun meditatie, interpretaties van hun kennis en ervaringen en de analyses van de feiten langzaam een voorstelling van iets of iemand ontstaan. Zij beschouwen die iets of iemand als de Bron van de Schepping. En ze noemen hem de Parmatman. Dat betekent: de Superziel of de Hoogste Atman (Ziel). Het bewijs wie of wat die dan is, kan het beste worden geleverd via ervaring en innerlijk beleving.

De Vedische leer - het Hindoeïsme dus - noemt die kracht, de oorzaak van alle oorzaken, die zelf geen oorzaak kent de Brahm of te wel Parmatman (Param = Hoogste en Atman = Ziel). Deze Brahm is mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Alle aspecten, hoedanigheden en energieën zijn in Parmatman aanwezig. Zowel het moederlijke als het vaderlijke aspect dus. De eerste regel van één der gebeden van de Hindoes luidt daarom: "Aum twameeuwa mata cha pieta twameeuwa".
Vertaling: O Hoogste Ziel - U bent zowel onze Moeder als onze Vader.

 Men duidt die Brahm, die Parmatman ook aan met het woord 'tat' (verwant aan het Nederlandse woord 'dat'). Daarmee wordt de Oerbron of de Absolute Waarheid aangeduid. Datgene wat de Rishi's via de meditatie, via de Kosmische ingeving, via ervaring gewaar werden, gaven zij door aan hun leerlingen, die het op hun beurt weer doorgaven aan anderen. Om te voorkomen dat mensen door vergeetachtigheid of doelbewuste verdraaiing van teksten en feiten iets anders zouden doorgeven, werden zij in groepsverband eerst klassikaal en daarnaast ook individueel zodanig onderwezen dat men regel voor regel de tekst uit het hoofd leerde en dat op dezelfde wijze doorgaf. Dit leren van teksten door het horen heet Srutie. Srutie betekent gehoor, horen.
Na het ontwikkelen van de schrijfkunst, aan het begin van de Kali Yuga (het huidig tijdperk waarin wij leven), werd begonnen met het vastleggen van het gehoorde woord op schrift. De taal waarin het werd geschreven is het "Sanskriet". Deze Heilige Schriften in boekvorm werd door de Rishi's de Veda's genoemd. Veda betekent weten, kennen, wijsheid. Wijsheid afgeleid van de kennis en inzichten die de Rishi's via overdenkingen, meditatie en ervaringen hadden verkregen of door God was ingegeven tijdens hun samaadhie (een zodanige vorm van meditatie waarbij men zich als het ware los maakte van het aardse en een directe verbinding kon leggen met de Parmatman). Op deze wijze is datgene wat de Rishi's in de Veda's hebben verwoord van Goddelijke oorsprong. Men noemt het ook wel apurusheya (niet ontsproten vanuit het menselijke brein, maar van Goddelijke oorsprong).

 In eerste instantie was er maar één Veda. Hierna werd door de heilige Vyaas Moeni de mantra's van de Veda op basis van bij elkaar horende onderwerpen eerst in drie en uiteindelijk in vier groepen gerangschikt. De eerste Veda kreeg de naam -Rig Veda. Hierin werden de mantra's over welzijn, God realisatie, goddelijkheid, intellect, vrede van de ziel (Nirwana), liefde, plichtsbetrachting, barmhartigheid, vrijgevigheid, edelmoedigheid, dienstbaarheid enz. opgenomen. De tweede Veda kreeg de naam Yajur Veda. Hierin werden de mantra's gerangschikt over onderwerpen als: leiderschap, bescherming van land en volk, durf, ondernemingsgeest, heldhaftigheid, roem enz. De derde Veda kreeg de naam Saam Veda. Hierin werden de mantra's gerangschikt over onderwerpen als: kunst, muziek, zang, dans, letterkunde, vermaak, humor, genot, groei van de gehechtheid aan mens en middelen enz. De vierde Veda kreeg de naam Atharva Veda. Hierin werden de mantra's gerangschikt over onderwerpen als: offerdiensten, rijkdom, welvaart, bezitsvergroting, voedsel, kleding, genotvergroting, communicatie technieken, materiële welvaart enz.

Het Hindoeïsme wordt ook wel de Manaw Dharma genoemd om aan te geven dat haar principes bedoeld zijn voor alle mensen van de wereld en niet alleen voor de inwoners van India of hun nakomelingen die thans in haast alle landen van de wereld wonen. Manaw betekent Mens. In de Heilige Geschriften komt de tekst voor: VASUDHAIVA KUTUMBAKAM. Dat betekent: De hele wereld is een grote familie. Dat houdt dus in dat de Hindoes DE TOTALE WERELD ALS EEN GROTE FAMILIE ZIEN.

De Mantras, de Heilige Geschriften zijn bedoeld voor allen die daarvan gebruik wensen te maken en ze zijn zeker niet alleen bedoeld voor een bepaald volk.
De Mantra's hebben, waaronder ook de Gayatrie mantra, een universele (algemene, voor alle mensen heilzame) uitstraling. Wij Hindoes vinden het fijn om deze kennis en inzichten met iedereen (de hele wereld) te delen. De mantra's zijn universeel en overstijgen dus alle grenzen van de traditionele Godsdiensten. Er is nog een kleine groep Hindoes die helaas nog steeds vasthoudt aan de in het verleden verkeerd geïnterpreteerde regels. Zo werd toen ook bepaald dat het ten strengste was verboden dat vrouwen de Veda's gingen bestuderen! In de Veda's staan op talrijke plaatsen de namen vermeld van Vrouwelijke Rishi's. Men noemt hen Rishika's. Enkele van deze Rishika's zijn: Ghosa, Godhaa, Wishwawaara, Apaala, Juhoe, Aditie, Indranie, Sarmaa, Romshaa, Oerwashie, Lopa Moedra, Yamie, Shaashwatie, Surya, Sawitrie. Er zijn vele passages in de Heilige Geschriften waaruit blijkt dat vrouwen theologie hadden gestudeerd (Brahma Widya) en daarnaast ook kennis bezaten om godsdienstige rituelen te kunnen verrichten (Jagya Widya). Er zijn zelfs vrouwen bekend die zowel hun vader als hun echtgenoot de weg wezen om te kunnen slagen in hun jagya's. Ik noem hier Ira, de dochter van Manoe. In de Taitreya Upanishad wordt zij jagyaankaashinie (deskundige betreffende de Jagya Widya) genoemd. Een vrouw die als huisvrouw fungeerde werd SADYOBADHOE genoemd. Vrouwen die de Veda's bestudeerden (hier weer een bewijs dat het vrouwen niet verboden was de Veda's te bestuderen!) en zich bezig hielden met de Upaasana (gebed, meditatie) werden Brahmawaadinie genoemd. Zowel de huisvrouwen als de Brahmawaadinies droegen Djanew (heilig koord).

 In zijn boek Mahabharat Niernay schrijft Madhwachaarya: Vrouwen met goede eigenschappen moeten net als Draupadie de Veda's bestuderen! Enkele andere voorbeelden: Tijdens de huwelijksceremonie moeten man en vrouw Veda-Mantras die door de pandit worden voorgelezen, nazeggen. Vrouwen mochten de mantras dus kennelijk wel uitspreken! Als de Veda-Mantras verboden zouden zijn geweest voor vrouwen, hoe konden dan vrouwen als Ahilya, Ansuya, Aroendhatie, Maytreyie, Madalsa, en vele andere vrouwen vrijelijk daarover praten en anderen onderricht geven in de leer van de Dharma zoals omschreven in de Veda's? Denk bijvoorbeeld aan de wijze lessen van mata Ansuya aan mata Sieta! De vrouw wordt de Ardhaanginie (de betere wederhelft van het lichaam) van haar man genoemd. Zij neemt een plaats aan de linker zijde van haar man. Die zijde waar zijn hart ligt bestemt hij dus voor zijn vrouw. Voor hem blijft dus over de rechterhelft van zijn lichaam.
In feite zou dat moeten betekenen dat, als de vrouw minderwaardig is, onrein is, het hart van de man dus op die onreine plek ligt enz. En dat zal de man zelf niet willen accepteren. Een ieder kan begrijpen dat de vrouw op die manier bejegenen nimmer Gods wil kan zijn.

 

Enkele algemene Hindoe gebruiken

 1. Groeten: Men brengt beide handpalmen tegen elkaar, buigt het hoofd voor de persoon/personen en groet veelal met de woorden: "Raam-Raam of Sieta-Raam of Hare Krishna of Hari Bol". Het zijn namen waarmee de diverse manifestaties van God worden aangeduid en aanbeden. Een veel gebruikte woord waarmee men elkaar groet is: Namaskaar of Namasté. Wereldwijd groeten veel Hindoes elkaar met deze woorden. Het betekent: Ik buig mijn hoofd voor U en betuig mijn eerbied met alle liefde in mijn hart voor de Atma (ziel) en Parmatma (God) in U. Weer anderen groeten met de woorden: Pai-lagie (Paaw-lagie).Paaw zijn de voeten. Betekenis: Ik raak uw voeten aan ten teken van mijn respect voor U en vraag om uw zegen. Het woord Pranaam waarmee sommigen groeten heeft ongeveer dezelfde betekenis als namaskaar.

 2. Bedanken: Bedanken doet men met het woord Dhanya Baad.

 3. Feliciteren: Dit kan op meerdere manieren met meerdere woorden.

Meest voorkomend woord is het woord Badhaai. Voorbeeld: Aap ko haardiek badhaai hó of Mai aap ko haardiek badhaai deta hoen. Betekenis: U wordt van harte gefeliciteerd of Ik feliciteer U van harte. Sommigen zeggen ook: Aap ko shoebh kaamanaa prakat karta hoen. Betekenis: Ik bied U mijn beste wensen aan.

 4. Condoleren: Mai apna shóók sahanoe bhoetie prakat karta hoen = Ik betuig mijn innige leedwezen; ik condoleer U.

 5.Verwelkomen: swagat karna. Mai aap ko swagat karta hoen = Ik heet U welkom.

 

15 jaar Hindoe basisschool Shri Saraswatie