Het
Hindoeïsme is de oudste religie ter
wereld. Ten minste 75% van de inwoners van
India, Bali en Nepal zijn Hindoes. Daarnaast
wonen in alle landen van de wereld Hindoes.
In landen als Suriname, Guyana, Trinidad
& Tobago, Mauritius en Fiji vormen zij de
meerderheid van de bevolking. In landen als
Zuid Afrika en andere Afrikaanse landen;
Amerika, Canada, Singapore en Australië
zijn vele miljoenen Hindoes
woonachtig.
In Nederland zijn
er naar schatting 200 000 Hindoes. Het
Boeddhisme, dat vele honderden miljoenen
aanhangers heeft, is ontstaan uit het
Hindoeïsme en heeft veel overeenkomsten
met het Hindoeïsme. Hindoes zien het
Boeddhisme als een vorm, stroming van het
Hindoeïsme. Het Hindoeïsme heeft
gedurende vele duizenden jaren een groei
doorgemaakt. Het anticipeerde middels de in
gang gezette ontwikkelingen, op de behoeften
van de mens. Het heeft de noodzakelijke
veranderingen ondergaan. De Rishi's konden
hun waarnemingen, overdenkingen,
experimenten, ervaringen en aanschouwingen,
de door de Hogere Macht als het ware
ingefluisterde boodschappen aan hen, in
Sutra's vastleggen. Sutra's zijn beknopte
formuleringen, waarin de Rishi's hun
ervaringen, waarnemingen, aanschouwingen,
overdenkingen konden vastleggen en doorgeven
aan de mensen in hun omgeving. Dit werd
steeds verder ontwikkeld en aangevuld met
nieuwe ervaringen, overdenkingen en
Goddelijke ingevingen. Van generatie op
generatie werden deze ontwikkelingen
doorgegeven aan de nieuwe generaties. De
verkregen kennis, ingevingen en ervaringen
ging men ook toetsen en vergelijken met de
harde werkelijkheid in hun omgeving. Door
zoveel mogelijk onzekere factoren uit te
sluiten benaderde men steeds meer de
waarheid. Men kon veel exactere analyses
maken. Deze werden soms ook afgewezen door de
samenleving omdat de werkelijkheid in hun
belevingswereld anders was. In de meeste
gevallen werden de gevolgtrekkingen van de
Rishi's wel aanvaard en/of verder ontwikkeld.
Het verder ontwikkelen was niet alleen op
basis van de waarnemingen, maar men ging
steeds meer verstandelijk beredenerend en de
innerlijke ingevingen daarbij betrekkend aan
het werk.
De Rishi's zien
middels hun meditatie, interpretaties van hun
kennis en ervaringen en de analyses van de
feiten langzaam een voorstelling van iets of
iemand ontstaan. Zij beschouwen die iets of
iemand als de Bron van de Schepping. En ze
noemen hem de Parmatman. Dat betekent: de
Superziel of de Hoogste Atman (Ziel). Het
bewijs wie of wat die dan is, kan het beste
worden geleverd via ervaring en innerlijk
beleving.
De Vedische leer
- het Hindoeïsme dus - noemt die kracht,
de oorzaak van alle oorzaken, die zelf geen
oorzaak kent de Brahm of te wel Parmatman
(Param = Hoogste en Atman = Ziel). Deze Brahm
is mannelijk, vrouwelijk en onzijdig. Alle
aspecten, hoedanigheden en energieën
zijn in Parmatman aanwezig. Zowel het
moederlijke als het vaderlijke aspect dus. De
eerste regel van één der
gebeden van de Hindoes luidt daarom: "Aum
twameeuwa mata cha pieta twameeuwa".
Vertaling: O Hoogste Ziel - U bent zowel onze
Moeder als onze Vader.
Men duidt
die Brahm, die Parmatman ook aan met het
woord 'tat' (verwant aan het Nederlandse
woord 'dat'). Daarmee wordt de Oerbron of de
Absolute Waarheid aangeduid. Datgene wat de
Rishi's via de meditatie, via de Kosmische
ingeving, via ervaring gewaar werden, gaven
zij door aan hun leerlingen, die het op hun
beurt weer doorgaven aan anderen. Om te
voorkomen dat mensen door vergeetachtigheid
of doelbewuste verdraaiing van teksten en
feiten iets anders zouden doorgeven, werden
zij in groepsverband eerst klassikaal en
daarnaast ook individueel zodanig onderwezen
dat men regel voor regel de tekst uit het
hoofd leerde en dat op dezelfde wijze
doorgaf. Dit leren van teksten door het horen
heet Srutie. Srutie betekent gehoor,
horen.
Na het ontwikkelen van de schrijfkunst, aan
het begin van de Kali Yuga (het huidig
tijdperk waarin wij leven), werd begonnen met
het vastleggen van het gehoorde woord op
schrift. De taal waarin het werd geschreven
is het "Sanskriet". Deze Heilige Schriften in
boekvorm werd door de Rishi's de Veda's
genoemd. Veda betekent weten, kennen,
wijsheid. Wijsheid afgeleid van de kennis en
inzichten die de Rishi's via overdenkingen,
meditatie en ervaringen hadden verkregen of
door God was ingegeven tijdens hun samaadhie
(een zodanige vorm van meditatie waarbij men
zich als het ware los maakte van het aardse
en een directe verbinding kon leggen met de
Parmatman). Op deze wijze is datgene wat de
Rishi's in de Veda's hebben verwoord van
Goddelijke oorsprong. Men noemt het ook wel
apurusheya (niet ontsproten vanuit het
menselijke brein, maar van Goddelijke
oorsprong).
In eerste
instantie was er maar één Veda.
Hierna werd door de heilige Vyaas Moeni de
mantra's van de Veda op basis van bij elkaar
horende onderwerpen eerst in drie en
uiteindelijk in vier groepen gerangschikt. De
eerste Veda kreeg de naam -Rig Veda. Hierin
werden de mantra's over welzijn, God
realisatie, goddelijkheid, intellect, vrede
van de ziel (Nirwana), liefde,
plichtsbetrachting, barmhartigheid,
vrijgevigheid, edelmoedigheid, dienstbaarheid
enz. opgenomen. De tweede Veda kreeg de naam
Yajur Veda. Hierin werden de mantra's
gerangschikt over onderwerpen als:
leiderschap, bescherming van land en volk,
durf, ondernemingsgeest, heldhaftigheid, roem
enz. De derde Veda kreeg de naam Saam Veda.
Hierin werden de mantra's gerangschikt over
onderwerpen als: kunst, muziek, zang, dans,
letterkunde, vermaak, humor, genot, groei van
de gehechtheid aan mens en middelen enz. De
vierde Veda kreeg de naam Atharva Veda.
Hierin werden de mantra's gerangschikt over
onderwerpen als: offerdiensten, rijkdom,
welvaart, bezitsvergroting, voedsel, kleding,
genotvergroting, communicatie technieken,
materiële welvaart enz.
Het
Hindoeïsme wordt ook wel de Manaw Dharma
genoemd om aan te geven dat haar principes
bedoeld zijn voor alle mensen van de wereld
en niet alleen voor de inwoners van India of
hun nakomelingen die thans in haast alle
landen van de wereld wonen. Manaw betekent
Mens. In de Heilige Geschriften komt de tekst
voor: VASUDHAIVA KUTUMBAKAM. Dat betekent: De
hele wereld is een grote familie. Dat houdt
dus in dat de Hindoes DE TOTALE WERELD ALS
EEN GROTE FAMILIE ZIEN.
De Mantras, de
Heilige Geschriften zijn bedoeld voor allen
die daarvan gebruik wensen te maken en ze
zijn zeker niet alleen bedoeld voor een
bepaald volk.
De Mantra's hebben, waaronder ook de Gayatrie
mantra, een universele (algemene, voor alle
mensen heilzame) uitstraling. Wij Hindoes
vinden het fijn om deze kennis en inzichten
met iedereen (de hele wereld) te delen. De
mantra's zijn universeel en overstijgen dus
alle grenzen van de traditionele
Godsdiensten. Er is nog een kleine groep
Hindoes die helaas nog steeds vasthoudt aan
de in het verleden verkeerd
geïnterpreteerde regels. Zo werd toen
ook bepaald dat het ten strengste was
verboden dat vrouwen de Veda's gingen
bestuderen! In de Veda's staan op talrijke
plaatsen de namen vermeld van Vrouwelijke
Rishi's. Men noemt hen Rishika's. Enkele van
deze Rishika's zijn: Ghosa, Godhaa,
Wishwawaara, Apaala, Juhoe, Aditie, Indranie,
Sarmaa, Romshaa, Oerwashie, Lopa Moedra,
Yamie, Shaashwatie, Surya, Sawitrie. Er zijn
vele passages in de Heilige Geschriften
waaruit blijkt dat vrouwen theologie hadden
gestudeerd (Brahma Widya) en daarnaast ook
kennis bezaten om godsdienstige rituelen te
kunnen verrichten (Jagya Widya). Er zijn
zelfs vrouwen bekend die zowel hun vader als
hun echtgenoot de weg wezen om te kunnen
slagen in hun jagya's. Ik noem hier Ira, de
dochter van Manoe. In de Taitreya Upanishad
wordt zij jagyaankaashinie (deskundige
betreffende de Jagya Widya) genoemd. Een
vrouw die als huisvrouw fungeerde werd
SADYOBADHOE genoemd. Vrouwen die de Veda's
bestudeerden (hier weer een bewijs dat het
vrouwen niet verboden was de Veda's te
bestuderen!) en zich bezig hielden met de
Upaasana (gebed, meditatie) werden
Brahmawaadinie genoemd. Zowel de huisvrouwen
als de Brahmawaadinies droegen Djanew (heilig
koord).
In zijn
boek Mahabharat Niernay schrijft
Madhwachaarya: Vrouwen met goede
eigenschappen moeten net als Draupadie de
Veda's bestuderen! Enkele andere voorbeelden:
Tijdens de huwelijksceremonie moeten man en
vrouw Veda-Mantras die door de pandit worden
voorgelezen, nazeggen. Vrouwen mochten de
mantras dus kennelijk wel uitspreken! Als de
Veda-Mantras verboden zouden zijn geweest
voor vrouwen, hoe konden dan vrouwen als
Ahilya, Ansuya, Aroendhatie, Maytreyie,
Madalsa, en vele andere vrouwen vrijelijk
daarover praten en anderen onderricht geven
in de leer van de Dharma zoals omschreven in
de Veda's? Denk bijvoorbeeld aan de wijze
lessen van mata Ansuya aan mata Sieta! De
vrouw wordt de Ardhaanginie (de betere
wederhelft van het lichaam) van haar man
genoemd. Zij neemt een plaats aan de linker
zijde van haar man. Die zijde waar zijn hart
ligt bestemt hij dus voor zijn vrouw. Voor
hem blijft dus over de rechterhelft van zijn
lichaam.
In feite zou dat moeten betekenen dat, als de
vrouw minderwaardig is, onrein is, het hart
van de man dus op die onreine plek ligt enz.
En dat zal de man zelf niet willen
accepteren. Een ieder kan begrijpen dat de
vrouw op die manier bejegenen nimmer Gods wil
kan zijn.
Enkele
algemene Hindoe gebruiken
1. Groeten:
Men brengt beide handpalmen tegen elkaar,
buigt het hoofd voor de persoon/personen en
groet veelal met de woorden: "Raam-Raam of
Sieta-Raam of Hare Krishna of Hari Bol". Het
zijn namen waarmee de diverse manifestaties
van God worden aangeduid en aanbeden. Een
veel gebruikte woord waarmee men elkaar groet
is: Namaskaar of Namasté. Wereldwijd
groeten veel Hindoes elkaar met deze woorden.
Het betekent: Ik buig mijn hoofd voor U en
betuig mijn eerbied met alle liefde in mijn
hart voor de Atma (ziel) en Parmatma (God) in
U. Weer anderen groeten met de woorden:
Pai-lagie (Paaw-lagie).Paaw zijn de voeten.
Betekenis: Ik raak uw voeten aan ten teken
van mijn respect voor U en vraag om uw zegen.
Het woord Pranaam waarmee sommigen groeten
heeft ongeveer dezelfde betekenis als
namaskaar.
2.
Bedanken: Bedanken doet men met het woord
Dhanya Baad.
3.
Feliciteren: Dit kan op meerdere manieren met
meerdere woorden.
Meest voorkomend
woord is het woord Badhaai. Voorbeeld: Aap ko
haardiek badhaai hó of Mai aap ko
haardiek badhaai deta hoen. Betekenis: U
wordt van harte gefeliciteerd of Ik
feliciteer U van harte. Sommigen zeggen ook:
Aap ko shoebh kaamanaa prakat karta hoen.
Betekenis: Ik bied U mijn beste wensen
aan.
4.
Condoleren: Mai apna shóók
sahanoe bhoetie prakat karta hoen = Ik betuig
mijn innige leedwezen; ik condoleer
U.
5.Verwelkomen:
swagat karna. Mai aap ko swagat karta hoen =
Ik heet U welkom.