3.4    De verschillende stromingen

 

3.4.1      De Sanatan Dharma

pandit S. Bansidhar                      

Van de verschillende stromingen binnen het Hindoeïsme is de stroming die wordt aangeduid met de Sanatan Dharma veruit de allergrootste stroming. Sanatan Dharma betekent de eeuwige Dharma. Sanatan betekent datgene wat altijd aanwezig is geweest en ook altijd in de toekomst aanwezig zal zijn. Het kent, net als God, begin noch einde. Daarom wordt God ook wel SANATAN (de eeuwige, altijd aanwezige) genoemd. Sanatan Dharma wordt ook wel Vaidiek Dharma of Hindoe Dharma genoemd. Sanatan Dharma is niet voor een bepaald volk of gemeenschap gemaakt maar staat open voor alle mensen van deze wereld die dat willen aanvaarden. Deze naam wordt gebruikt omdat de Hindoes er van uit gaan dat de Hindoe Dharma vanaf het prille begin van de mensheid aanwezig is geweest en dat ook zal zijn zolang de mensheid zal bestaan, sterker nog, zolang de schepping zal bestaan.

Laten wij nu nagaan wat in de dagelijkse praktijk wordt verstaan onder de Sanatan Dharma. Vanaf de ontstaansgeschiedenis van het Hindoeïsme tot het moment dat Swami Dayanand zo'n 130 jaar terug de Aarya Samaadj oprichtte, noemden alle Hindoes zich gewoon Aarya's en Manusya's. Ze zeiden mijn ziel is Sanatan (eeuwig), mijn godsdienst is Sanatan. Zo kwam men op de benaming Sanatanies voor de Hindoes. De Heilige Geschriften van de Hindoes zijn de Veda's, de Upanishads, de Ramayan, de Shrimad Bhagwat Gieta, en vele andere Geschriften die in dit boek verder zijn beschreven in hoofdstuk 5. Voor Swami Dayanand al waren er kleine groepen van mensen die God als Nierakaar omschreven; dat wil zeggen dat God niet zichtbaar is, geen vormen heeft. Op deze zeer geringe groep van mensen na, geloofden de mensen dat God door niemand kan worden beperkt in zijn macht, kracht of verschijningsvorm. Hij is daarom in de ogen van de Sanatanies zowel Nierakaar als Sakaar! Dat wil zeggen dat God zich in alle gedaanten, vormen en hoedanigheden kan manifesteren! Een Sanskriettekst luidt als volgt:
DWÉ WAAW BRAHMANO ROEPÉ MOERTANCHAYWA AMOERTANCHAH .
Vertaling:
God heeft beide vormen; Hij is Sakaar (zichtbaar) en ook Nierakaar (onzichtbaar). Hij is onzichtbaar maar kan zich ook zichtbaar maken, incarneren (op deze aarde neerdalen). Het is van de ziener afhankelijk of hij in alles God ziet of niet ziet.
Daar waar de aanhangers van Swami Dayanand, die zich de aanhangers van de Aarya Samaadj noemen, bij hun gebeden God zien als een onzichtbare God en daarom ook geen godsbeelden aanvaarden, is voor de Sanatanies God zowel in de onzichtbare vorm, als in de zichtbare vorm aanwezig. De Sanatanies kunnen daarom op beide manieren bidden tot God: met beelden maar als die er niet zijn dan vormt dat geen enkele belemmering om ook zonder die beelden hun gebed te richten tot God.

De Sanatanies beschouwen als gevolg van de theorie dat God zich kan manifesteren in een bepaalde gedaante of vorm (de incarnatie van God op aarde) naast de Veda's, ook de Ramayan, de Shrimad Bhagwat Gieta enz., als Heilige Geschriften. De verhandelingen over de incarnatie van God in de vorm van Shri Raam zijn beschreven in de Ramayan en van Shri Krishna is beschreven in de Shrimad Bhagwat Gieta. De Sanatanies zien die eveneens als Heilige Geschriften en reciteren ook de mantra's die in deze Heilige Geschriften staan. Als gevolg hiervan zijn dus beelden van Shri Raam, Shri Krishna, Shiva, Vishnu, Doerga enz. aanwezig in de mandirs van de Sanatanies en vaak ook thuis.

De Poedja
Dit is de verering van God middels ceremonieën en gebeden. Bij de Sanatan Dharma wordt God als Persoon in Zijn beeldgedaante vereerd. Door het reciteren van mantra´s wordt God gevraagd plaats te nemen op een klaargemaakt altaar. Daarna wordt God verwelkomd. Dit kan men doen met de hulp van een pandit (priester). Voor de vereerder is God nu aanwezig en kan de poedja plaatsvinden. Middels heilig water verricht hij eerst de voetwassing van God in beeldvorm. Hierna kan op een sobere dan wel uitgebreide manier met diverse artikelen de poedja worden verricht. Vervolgens wordt voedsel geofferd aan God waarna dit prasaad (geofferde spijs of genadevoedsel) zoals vruchten, zoetigheden, etc. wordt uitgedeeld aan alle aanwezigen bij de poedja. Daarna vindt het vuuroffer plaats. Bij de Aarya Samaadj is deze ceremonie beperkt tot gebed via de Veda-mantra's en het vuuroffer.

Pietri poedja
Een ander wezenlijk gebruik van de Sanatanies is de pietri poedja, de verering van de voorouders tijdens de daarvoor aangewezen tijdstippen in het jaar.en bij diverse godsdienstige rituelen. Hierbij wordt gebeden tot God voor de zielsrust van de overledenen. Tevens worden de overleden voorouders bedankt voor alles wat ze voor hun kinderen (nageslacht) en de mensheid gedaan hebben: de schuld aan de voorouders wordt afgelost. Men bidt dat de voorouders hun beschermende en zegenende taak zullen blijven vervullen tegenover hen en dat zij hen zullen blijven gedenken. Ook hierbij worden naast het gebed, speciale ceremonieën verricht.

Tirtha Snaan
Vele Hindoes hechten veel waarde aan een (geestelijk) reinigend bad in heilige rivieren als de Ganges en Yamuna. Dit geestelijk reinigen wordt tirtha snaan of tierath snaan genoemd. Bekend zijn de bedevaartreizen naar de Ganges en Yamuna en ook vele heilige plaatsen zoals Haridwar, Varanasi, Mathura, Vrindavan.

De Vrath (de vasten)
De Sanatanies kennen ook het vasten. Dit gebeurt op bepaalde hoogtijdagen of wekelijks op een bepaalde dag. Het volgen van het vasten wordt geheel overgelaten aan de persoon zijn wil, mogelijkheden, omstandigheden en gezondheid. Men kan ook vasten door bijvoorbeeld alleen maar melk, fruit of sapproducten te gebruiken.

Moertie poedja

De beelden worden niet alleen gebruikt als beelden die een Godheid vertegenwoordigen en ergens in een tempel of huis zijn geplaatst, maar er wordt ook gebeden via de beelden. Sanatanies geloven dat als God de Almachtige God is, die alles kan (Sarwa Shaktiemaan is), die tegelijkertijd overal aanwezig kan zijn (Sarwa Wyapak is) en met Zijn heilige geest in alles aanwezig is, dan is Hij met Zijn heilige geest ook aanwezig in de beelden. En bij het gebed wordt als eerste God dank gezegd dat Hij ons laat leven en gevraagd dat Hij zich zal manifesteren in het beeld om ons gebed aan te horen en diensten aan Hem te aanvaarden. Bij het bidden richt de gelovige zich weliswaar tot dat beeld, maar er is geen moment een gedachte bij hem aanwezig dat hij tot dit stukje steen of marmer staat te bidden. In zijn belevingswereld is hij bezig te bidden tot God. Volgens de Heilige Geschriften bestaat er geen verschil tussen God, Zijn beeld en Zijn naam.

 

De symbolen 

Bij de beelden zijn er ook symbolen aanwezig. Zo zien we bij Saraswatie mata de Veena, een muziekinstrument. Dit symboliseert de klank, het geluid, kennis, wijsheid, wetenschap en kunst.  Bij Lakshmi mata zien we o.a. de lotusbloem. Dit symboliseert de bloei, de vooruitgang (geestelijke groei en bloei in de vorm van eenheid en geluk, en materiele groei in de vorm van vergroting van de financiële middelen). Het licht bij Lakshmi mata symboliseert niet alleen financiële vooruitgang, maar vooral de verbanning, de verwijdering van de duisternis van de geest, de on wetendheid enz. God Vishnu met vier handen heeft diverse betekenissen. Onder andere is Hij de schenker van de vier levensdoelen die de mens nastreeft: dharma, arth, kaam en moksha. Ook omdat Hij machtiger is dan wij mensen met twee armen. Bloemen zijn niet alleen om God te eren, maar om tot Hem te bidden om ook ons de mogelijkheid te bieden als een bloem te kunnen leven en vrolijkheid te brengen in de levens van anderen zoals de bloemen dat doen.

Het kastenstelsel
Oorspronkelijk was het kastenstel een gewone rangschikking van mensen in de sociale klassen van de maatschappij: Brahmanen, Kshatries, Waishya´s en Shoedra´s. De verdeling was gemaakt op basis van kennis, handeling, gedrag en maatschappelijke betrokkenheid van de mensen in de samenleving. De Brahmanen waren mensen met veel intellectuele en godsdienstige kennis. Zij moesten ook de regeerders van het land van advies dienen. De Kshatries waren de strijders, verdedigers van land en volk en de handhavers van de wet. De derde kaste was die der Waishya's: landbouwers en handelaren, dus degenen die voor de economie zorgden. De vierde was de kaste van de Shoedra's: arbeiders, die op allerlei manieren de andere drie groepen ten dienste stonden. Dit kastenstelsel is een indeling volgens de Hindoe Geschriften en wordt Warna genoemd.
Kaste is afgeleid van het Portugese woord casta en betekent maatschappelijke klasse. In alle landen van de wereld bestaat ook vandaag nog een indeling van mensen in maatschappelijke klassen. Dat het kastenstelsel in India een heel nare, vervelende, denigrerende betekenis heeft gekregen, is het gevolg van misbruik van de macht van de heersende klasse der priesters en Kshatries. Na eeuwen van overheersing hebben ze het zo kunnen ombuigen dat deze verdeling alleen maar volgens geboorte en afkomst mag worden toegepast. Het betekende dat een kind van een landarbeider met een bijzonder goed stel hersenen, dat eerlijk, oprecht, rechtvaardig is en de gemeenschap op goede wijze dient en ook nog eens een eerlijk en gelovig mens is, nimmer de mogelijkheid zal krijgen om uit te stijgen boven zijn eigen kaste. Zo was het niet bedoeld geweest toen de verdeling in groepen werd ingesteld! Velen hebben veel strijd geleverd tegen dit systeem in zijn huidige vorm. Hierbij heeft ook vooral Swami Dayanand zeer veel strijd geleverd. Het is zeer zeker mede door zijn strijd dat velen nu anders zijn gaan denken over het Indiase Kastenstelsel.

Binnen de Sanatanies zijn er nog een gering aantal pandits die de leer aanhangen dat alleen zij en hun kinderen als priesters mogen optreden omdat zij en hun kinderen van ´Brahmaanse´ families afkomstig zijn. Deze groep van Sanatanies wordt de Djanamwaadies genoemd. Het overgrote deel der Sanatanies is aanhanger van de Karamwaadische stroming. Karamwaadies zijn Sanatanies die volgens normen en waarden een indeling maken om te bepalen in welke groep men kan worden gekwalificeerd. Zij gaan uit van de eigenschappen, kwaliteiten, Karma (handelingen, daden), karaktereigenschappen, inzet en betrokkenheid van mensen in het maatschappelijke gebeuren. Volgens de Karamwaadies moet ieder mens de mogelijkheid krijgen om in aanmerking te komen voor welk ambt dan ook, mits hij daarvoor de vereiste kwaliteiten bezit. In concreto houdt dit in dat kinderen uit alle lagen ook het ambt van pandit (priester) kunnen en mogen bekleden als ze voldoen aan de criteria die daarvoor zijn genoemd in de Heilige Geschriften.

 

15 jaar Hindoe basisschool Shri Saraswatie