9.2       De feest- en gedenkdagen

pandit S. Bansidhar                          

Volgens de zonnekalender viert men een maal per jaar zijn verjaardag; de dag waarop iemand geboren was. Deze dag correspondeert met de zonnestand ten opzichte van de sterren ten tijde van de geboorte. Wordt deze stand eens in het jaar opnieuw bereikt, dan vieren we onze verjaardag. Omdat de zon een cirkelbaan om de aarde aflegt welke één jaar beslaat, komt er maar eens per jaar een verjaardag. De maan echter legt in één jaar twaalf omwentelingen om de aarde af, daardoor wordt er in één jaar twaalf keer dezelfde positie bereikt die de maan op de dag van iemands geboorte had. Volgen we de maankalender, dan kunnen we dus twaalf keer per jaar onze verjaardag vieren.
De religieuze feestdagen zijn het resultaat van rituelen die uitgevoerd worden om
God te vereren en te plezieren. Hoewel het bijzondere gelegenheden betroffen betreffen, die de dagelijkse problemen even uit de weg helpen, worden de feestdagen dagen van plezier en dankbaarheid. Behalve religieuze ceremonieën en gebed, worden deze dagen ook doorgebracht met zang, dans en toneel. Tijdens de feestdagen heerst er een atmosfeer van vrijheid en geluk. De grote diversiteit van de Indiase geloofsovertuigingen is terug te zien in de verschillende feest- en gedenkdagen gedurende het gehele jaar door. Ze verrijken het sociale leven van de Hindoes en reflecteren een bepaalde culturele inslag. Tijdens alle Hindoe religieuze feesten wordt een sober en vegetarisch leven voorgeschreven. Dat houdt in dat men geen vlees, vis en eieren gebruikt en zich onthoudt van alcoholhoudende dranken. In de praktijk blijken velen er moeite mee te hebben. Vaak verweerd men zich door te zeggen dat de kinderen er niet zonder kunnen. Misschien zullen wij als ouders onze kinderen van kinds af aan groot moeten brengen met bepaalde Hindoe waarden. Dan kunnen ze als kind daarmee opgroeien. En vervolgens zullen wij zien dat de kinderen de ouders er aan zullen herinneren dat ze gedurende de Hindoe hoogtijdagen ook op hun eetgedrag moeten letten. In deze paragraaf worden de feest- en gedenkdagen die op de jaarkalender voorkomen kort besproken. Deze zijn 27 in totaal, verspreid over het gehele jaar.
Periode          Feest/gedenkdag

Januari

1. Makar Sankranti

Augustus

15. Nag Panchami
16. Toelsiedas Jayanti
17. Raksha Bandhan
18. Ganesh Chaturthi
19. Shri Krishna
       Djanamastmi

Februari

2. Dayanand Jayanti
3. Vasant Panchami
4. Maagh Snaan

September

20. Pitri Paksha Poedja

Maart

5. Gaura Purnima
6. Maha Shivratri
7. Holika Dahan
8. Holi Phagwa

Oktober

21. Saraswatie Poedja
22. Narak Caturdashi

April

9. Nawratri
10. Raam Nawmie
11. Hanoemaan Jayanti

November

23. Diwalie
24. Govardhan Poedja
25. Yam Dvitya
26. Ganga Nahaan

Mei

12. Boeddha Jayanti

December

27. Gieta Jayanti

Juli

13. Rath Yatra
14. Guru Purnima

 

1.         Makar Sankrant

Dit festival valt op de dag wanneer de zon zijn noordwaartse reis begint en het sterrenbeeld Steenbok (Capricorn) ingaat. Het valt op de 14-de Januari elk jaar volgens het zonnekalender (westerse jaarkalender). De dag begint met het nemen van een bad in de wateren van de heilige rivieren en het aanbidden van de zon. Traditioneel wordt deze dag als heilig beschouwd. Een verhaal uit de Mahabharat vertelt dat Bhieshma Pitamaah deze dag uitkoos om te sterven. Hij was door de pijlen van Arjun geveld en lag zwaar gewond op een "pijlenbed". Bhieshma had een zegening gekregen dat hij zijn tijdstip van overlijden zelf mocht vaststellen en zodoende wachtte hij dagen af totdat de dag van Makar Sankranti kwam. Er wordt ook gezegd dat als men op deze dag komt te overlijden, men dan niet meer wordt wedergeboren. Sesam zaad en rijst zijn de belangrijkste ingrediënten bij dit festival

 

2.         Dayanand Jayanti

Volgelingen van de Aarya Samaadj-beweging herdenken op deze dag de geboorte van Swami Dayanand Saraswatie. Swami Dayanand (1824-1883) werd geboren in het jaar 1824 op 11 februari. Op deze dag worden in de tempels en andere ontmoetingsplaatsen erediensten en plechtigheden georganiseerd, waarbij naast een vuuroffer (hawan) ook toespraken worden gehouden. Men leest soms ook uit de Satyaarth-Prakaash. Dit is één van de grote werken van Swami Dayanand. Swami Dayanand richtte in 1875 te Bombay de Aarya Samaadj op, een hervormingsbeweging. Hij verkondigde zijn boodschap door middel van zijn leerstellingen en overtuigingen en heeft daardoor grote veranderingen teweeg gebracht in het religieus, sociaal en politiek denken van duizenden Indiërs. Zijn denkbeelden en handelen veroorzaakten een religieuze en sociale revolutie, die later door Mahatma Gandhi werd gesteund. Maharishi Swami Dayanand stierf op 30 oktober 1883, op Diwalie dag.

 

3.         Vasant Panchami

Onder alle volkeren van de wereld en in haast alle culturen wordt de lente met veel vreugde verwel komd. Zo ook bij de Hindoes. Met Vasant Panchami wordt door de Hindoes het lente seizoen ingeluid. Let terlijk vertaalt betekent Vasant Pancha mi de 5de dag (pan chami) van de lente (vasant). Vasant Panchami wordt jaarlijks op de vijfde dag van de Hindoe maand Magha (januari/februari) gevierd en opgedragen aan Saraswatie, de goddelijke manifestatie van spirituele kennis, wijsheid, muziek, kunst en literatuur. De kleur van Vasant Panchami is geel. Mensen dragen gedurende de viering gele kleding, offeren gele bloemen en hebben een gele tilak op hun hoofd. Vasant Panchami is de aanloop naar Holi Phagwa. Het Holifeest wordt ingeluid met het planten van Holika. Dan wordt namelijk een castorolie of Ricinusplant (In het Hindi Rerh plant) geplant op de vijfde dag van de lichte helft van de maand Magha oftewel de elfde maand van de Hindoe maankalender, wanneer de lente in India begint. Deze dag heet Vasant Panchami. Het planten geschiedt met een speciale poedja door een pandit. In India en Suriname gebeurt dit alles buitenshuis op een veld, maar hier in  Nederland wordt het gedaan in de Mandir of thuis in een plantenpot.  Rondom de geplante Holika worden door mensen gedurende 40 dagen die daarop volgen, brandbare voorwerpen als hout, takken, stro enz. aangedragen en een brandstapel gevormd. In Nederland doen wij dat op een dag, omdat het hier niet anders kan. Deze brandstapel symboliseert de kwade, duistere nachten. Hij wordt op de vooravond van Holi Phagwa, dit is 40 dagen na het planten, op de dag van de volle maan, in brand gestoken. Deze ceremonie heet Holika Dahan. Vooraf wordt op die dag ook een poedja gedaan, waarbij het Ricinusplantje, die bhakta Prahlaad moet voorstellen, eerst uit de brandstapel gehaald wordt. Wat dan overblijft en door het offervuur in brand  wordt gestoken is Holika (de tante van Prahlaad), die de personificatie is van het kwaad.

 

4.         Maagh Snaan

Maagh snaan gebeurt op de laatste dag van de Hindoe maand Magha (januari/februari). Op deze dag wordt in de middag massaal aartie gedaan bij Triveni Sangam (heilige plaats in India; Letterlijke betekenis: tri= drie, veni= rivier en sangam = samenkomst) en gebaad in de wateren van de rivieren de Ganges en de Saraswatie in de stad Prayag.

 

 

5.         Gaura Purnima

Op de dag van Gaura Purnima vieren alle Vaisnava's over de hele wereld de verschijning van Shri Chaitanya Mahaprabhu. In hoofdstuk 3.4.3.van dit boek staat reeds vermeld dat Shri Chaitanya Mahaprabhu één van de vele gedaanten is die God aanneemt, een awtaar. Maar wie is Shri Chaitanya Mahaprabhu eigenlijk? Op 18 februari 1486, tijdens de opkomst van de volle maan (=purnima), verscheen Krishna als Chaitanya Maha Prabhu te Mayapur in Navadvipa (Bengalen). Zijn vader heette Jagannath Misra en Zijn moeder Sacimata. Shri Chaitanya Maha Prabhu is de incarnatie in Kali Yuga en wordt daarom ook de Yuga-Awtaar genoemd. Shri Chaitanya Maha Prabhu is de volkomen manifestatie van Shri Krishna, in de gemoedstoestand van Shrimati Radharani. Anders dan Krishna heeft Chaitanya een gouden huidskleur, de huidskleur van Shrimati Radharani (Gaurangi). Chaitanya Maha Prabhu wordt om die reden ook de 'gouden' awtaar genoemd. Andere namen van Hem zijn Gaura, Gauranga en Gaurahari. Met de komst van Chaitanya Maha Prabhu begon het tijdperk van bhakti, liefde voor God, te herleven. In Zijn gedaante van sanyaas (monnik) reisde Chaitanya Maha Prabhu door heel India en versloeg in vele filosofische debatten alle zogenaamde geleerden die de religie misbruikten of onjuist interpreteerden. Shri Chaitanya Maha Prabhu vestigde de zuivere vorm van bhakti-uitoefening binnen de Sanatan Dharma: Bhakti Yoga. Hij introduceerde ook de filosofie van: acintya bheda-abheda: God is één en tegelijkertijd verschillend. Shri Chaitanya Maha Prabhu toonde door Zelf het goede voorbeeld te geven hoe de regels als bhakta toe te passen. Hij introduceerde de sankirtan-beweging, d.w.z. in een groep chanten van de heilige namen van God, met name de Mahamantra: Hare Krishna Hare Krishna Krishna Krishna Hare Hare  Hare Raam Hare Raam Raam Raam Hare Hare. Chanten doe je ook individueel met een mala (kralensnoer). Het maakt niet uit waar je chant en wanneer. Volgens de Geschriften is het chanten van deze mantra de enige manier om in Kali Yuga bevrijding te krijgen en terug te gaan naar de woonplaats van Bhagwaan. In vele Geschriften staan verzen waarin de verschijning van Shri Chaitanya Maha Prabhu is voorspeld. Net als Shri Krishna heeft Shri Chaitanya Maha Prabhu zijn virat rupa (universele gedaante) laten zien om geen twijfel te laten bestaan over Zijn ware identiteit.
Viering Gaura Purnima
Op deze dag vasten de vaisnavas tot de opkomst van de maan, d.w.z. niet eten en drinken. Het is een dag van heel veel toewijding (sewa) aan Bhagwaan. Er wordt veel gelezen uit de Heilige Geschriften, extra gechant, bhajans gezongen en kirtans gehouden. De mandir en vooral het altaar wordt heel mooi versierd met bloemen. De bhakt's koken heerlijke gerechten om te offeren aan Gauranga. Naast de hoofdmaaltijd worden 108 of meer verschillende, kleine, gerechten klaargemaakt om tijdens de ceremonie in de mandier te offeren aan Gauranga. De viering in de mandir begint met kirtans en bhajans en een lezing. Daarna is er abhishek. Abhishek wil zeggen: het baden van de moertie (beeldgedaante van God) van Gauranga. Het baden gebeurt met verschillende ingrediënten zoals yoghurt, melk, ghee, honing en suikerwater, waarbij de ingrediënten steeds apart, in een sankh (hoornschelp) worden gevuld en over de murtie heen gegoten. Als laatste wordt Gauranga met honderden bloemblaadjes gebaad. Tijdens de abhishek worden mantras gereciteerd en kirtans gehouden. Na het baden wordt Gauranga aangekleed met nieuwe kledij. Daarna worden de meer dan 108 gerechten geofferd aan Gauranga. Na het offeren vindt de maha-aartie plaats, en als laatste, het nuttigen van de prasadam (geofferde maaltijden).

 

5.     Maha Shivratri

 

Maha Shiva Ratri (= de Nacht van de grote machtige Shiva)
Eerst wordt de hele dag gevast. En 's avonds komen de Shiva aanbidders bijeen in een tempel om zich te bezinnen en een offerplechtigheid ter ere van Shiva te houden. Shiva is één van de aspecten van de hindoeïstische drie eenheid: Brahma, Vishnu en Shiva. Om de aanbidder gedurende de hele nacht wakker te houden worden er de gehele nacht verhalen verteld over Shiva, heilige teksten gereciteerd en worden er lofliederen gezongen ter ere van Shiva. Shiva wordt door de aanbidder aanbeden om verlost te worden uit de kring van geboorte en wedergeboorte. Over de gehele wereld gedenken de Hindoes op deze nacht (meestal in februari) de grote machtige Shiva, de gever van de gelukzaligheid (zuiverheid en reinheid van de natuur of de schepping) en de verdrijver van alle demonische krachten (milieuverontreinigde krachten of processen). De gelovigen brengen de nacht door met het verrichten van offers (poedja, hawan) en met het reciteren van de Shiva Mantra "Aum Namah Shivaya".
Op een dag vroeg mata Paarwatie aan Shiva Bhagwaan met welke handeling en verering de mensen zijn grootste zegeningen konden verkrijgen. Shiva-dji vertelde een heel verhaal aan Paarwatie mata over een bahelia (een jager) en drie herten als antwoord op haar vraag. Het verhaal heeft de strekking dat allen die op de dag van Shivratri met volle overgave de dag doorbrengen met vasten, bidden, mediteren en het lezen uit de Shiva Puraan, zijn zegeningen deelachtig worden. In dit verhaal doolt een jager de hele dag door het bos op zoek naar dieren die hij met zijn pijl en boog zou doden. Daarna zou hij het vlees verkopen om met het geld zijn ouders, vrouw en kinderen te verzorgen. Die dag vindt hij geen enkel dier. Het baart hem zorgen. Want zonder inkomsten komt de verzorging van zijn gezin in problemen. Zijn zorgen doen hem zelfs vergeten om te eten en te drinken. Zo heeft hij onbedoeld de dag vastend doorgebracht. Om toch wat te kunnen vangen besluit hij tegen de schemering om vlak bij een vijver in een boom te klimmen en te wachten tot de dieren komen drinken voordat die gaan slapen. Dan zou hij ze makkelijk kunnen neerschieten. Drie maal komen telkens weer andere herten daar bij de vijver. Elke keer pakt hij zijn pijl en boog en spant die om te kunnen schieten. Tijdens het spannen van de boog breken een paar bladeren van de boom en vallen neer op de grond. Door de dauw zijn de bladeren nat. Dus vallen eigenlijk enkele druppels water en wat bladeren neer op de grond. Het geluid van het spannen van de boog doet de herten schrikken. Ze kijken om, zien de jager en vragen wat hij van plan was. Die vertelt ook de waarheid. De herten vragen hem om hen enkele uren de tijd te geven om afscheid te gaan nemen van hun gezin. Ze beloven hem dat ze daarna zullen terugkomen. En om dat geloofwaardig te maken leggen ze een eed af. Telkens weten zij de jager middels het afleggen van een eed te overtuigen dat zij werkelijk terug zouden komen. En de jager laat hen telkens gaan. Zo gaan drie prahaars (prahaar= een periode van drie uur) voorbij. En hij heeft al drie keer 's avonds ongewild en onbewust gevast en ook drie keer bladeren en druppels water op de grond laten vallen. Tegen vier of vijf uur in de ochtend ziet hij ineens de drie herten en ook hun jongen voor de boom staan. Ze meldden zich aan en vertelden dat ze nu bereid waren om te worden gedood door de jager. Ze zeiden dat ze zich gelukkig prezen dat hun lichaam, hun vlees ten dienste kon worden gesteld voor iemand anders. De jager was totaal overstuur, dacht na over de eerlijkheid van deze dieren, over hun zienswijze om anderen te helpen enz. Tegelijkertijd begon een diep gevoel van schaamte en schande op te komen over zijn eigen gedrag als mens. Hij, als mens, was al die tijd bezig geweest om dieren te doden voor het eigen belang. En dit waren dieren die hun leven wilden opofferen om iemand anders te kunnen helpen, iemand anders ten dienste te kunnen zijn. Hij kon zich niet verder beheersen en sprong uit de boom naar beneden. Hij kwam met zijn hoofd hard aan tegen een steen die op de grond lag die overwoekerd was door het gras. Hij raakte buiten bewustzijn. Toen hij na geruime tijd wakker werd, zag hij dat hij met zijn hoofd op de voeten van iemand lag. En die persoon was niemand minder dan Shiva Bhagwaan, die samen met mata Paarwatie voor hem stond. Shiva Dji zei dat hij bijzonder blij was op hem. Hij had een vol etmaal vastend doorgebracht en ook niet gezondigd door dieren te doden enz. Hij zegende de herten en ook hem zodat zij zijn hemelse rijk deelachtig werden. Het verhaal van Shivratri is een aansporing voor een ieder om ook als een goed mens te leven!

 

7.         Holika Dahan

Holika Dahan (de verbranding van Holika; letterlijke betekenis: Holika= geplante boom of struik, dahan= verbranden, vernietigen) is de vooravond van het Holifeest, waarbij de opgerichte Holika (het kwaad symboliserend) onder veel belangstelling wordt aangestoken. Dit vindt altijd plaats op de laatste dag van de maand Phalguna. Het is dan volle maan. Na deze plechtigheid, onder leiding van een pandit (priester), zingen de aanwezigen onder andere Chautaals. Chautaals zijn lofliederen ter ere van Shri Raam en Shri Krishna. Symbolisch gezien fungeert de brandstapel (Holika) als vernietiging van het kwade (de verbranding van Holika). Tijdens de ceremonie loopt iedereen rond het vuur onder het roepen van verwensingen aan het kwaad. Ook werpt men rijstkorrels, aarde en stenen in het vuur om alle slechte gedachten en gewoonten te verbranden. De warmte van het vuur is ook een symbool dat de winter voorbij is en dat er warme dagen aankomen. De bekendste vertelling over Holi is die van prins Prahlaad. Zijn vader, koning Hiranjakasipu, waande zich onsterfelijk en door hoogmoed gedreven gebood hij de bevolking hem te aanbidden. Zijn zoon Prahlaad weigerde echter en bleef godvruchtig. De koning kon dit niet verdragen en gelastte uiteindelijk zijn dood. Maar het beschermende aspect van God, Vishnu beschermde hem en zo bleven alle pogingen van de koning vruchteloos. Holika, de zuster van de koning, bezat een onbrandbaar kleed waarin zij kon overleven in vuur. Zij stelde voor om samen met Prahlaad op de brandstapel plaats te nemen,  waardoor de prins zou omkomen en zij gespaard zou blijven. De prins werd echter door God beschermd terwijl tante Holika tot as verbrandde. Uiteindelijk verscheen Vishnu tijdens de schemering in de gedaante van Narsingh (een mens-leeuw) en doodde de koning met zijn klauwen. Het volk werd hierdoor van een tiran bevrijd. Een diepere betekenis van deze vertelling is dat de natuur zich tracht te ontworstelen uit de greep van de winter. Overal komt schoorvoetend nieuw leven te voorschijn. Prahlaad staat ook symbool voor het jonge leven dat de winter heeft weten te trotseren. De rol van Vishnu als het beschermende aspect van God komt nergens beter tot uiting dan juist in deze periode van het jaar. Holi is dan ook gewijd aan Vishnu. Het feest begint met as en aarde, maar eindigt met geur, kleur en uiteindelijk bezinning.

 

8.     Holi Phagwa

Holi is voor de Hindoes oorspronkelijk een lente- en nieuwjaarsfeest. Het is dit nog steeds, doch in de loop van de tijd heeft men daar andere aspecten aan toegevoegd, waardoor het een universeel karakter heeft gekregen. Omdat de viering samenvalt met het begin van de jaartelling van de Hindoes, wordt het Holifeest beschouwd als het nieuwjaarsfeest. Het feest valt op de eerste dag van de eerste maand, Phalguna van de Hindoe kalender (maart/april). Na het verbrandingsfeest (Holika Dahan) keert men huiswaarts om de volgende dag terug te keren. Hiermee begint het Holi- of Phagwafeest. Men besmeert elkaar dan met as van de verbrande Holika. Die middag trekt men bij voorkeur nieuwe kleren aan en besprenkelt men elkaar met welriekende kleurstoffen en parfum. Men gebruikt vooral de rode en groene kleurstof als teken van vriendschap, hoop en liefde. Men legt veel bezoeken af en wenst elkaar geluk en voorspoed toe. Holi sluit op gepaste wijze het oude jaar af en viert zeer vrolijk het nieuwe jaar. Het Holifeest is niet een zuiver godsdienstig feest. Het feest heeft meer een sociaal, cultureel en folkloristisch karakter en is dus niet beperkt tot de belijders van een godsdienst. Alle Hindoes, zonder onderscheid van rangen en standen, vieren gezamenlijk het Holifeest door zingen en chauwtaal (muziek) spelen. Het Holifeest staat in het teken van het begin van een nieuw seizoen (de lente), en daarom spreekt men ook wel van lentefeest of oogstfeest (omdat het in India samenvalt met de graanoogst). Het Holifeest wordt ook beschouwd als een overwinningsfeest, de overwinning van het goede op het kwade. Holi heeft duidelijk het karakter van een uitbundig feest. Naast dit uitbundige karakter steekt er ook een diepere symboliek achter. De as van de verbrande Holika symboliseert de dood, maar tegelijkertijd ook het begin van nieuw leven. Door elkaar met as van de Holika-dahan te bestrooien ontstaat het besef van de vergankelijkheid der dingen, het besef van eenheid en lotsverbondenheid. De rode kleurstof symboliseert de overwinning van het goede op het kwade en het groene staat voor hoop en vertrouwen in de toekomst. Holi herinnert de mens eraan dat hij niet alleen is. Dat hij deel uitmaakt van de maatschappij, dat hij deel uitmaakt van de universele broederschap der wezens en dat hij vreugde en leed kan delen met anderen. Zo zien wij, dat het Holifeest naast veel vermaak, ontspanning en geluk ook diepgaande gedachten, gevoelens en bezinning met zich meebrengt.

 

9.     Nawratri

Nawratri of Nawratan (letterlijke betekenis: Naw = negen en ratri = nachten). Nawratri of de negen heilige nachten ter nagedachtenis van het vrouwelijke aspect van het goddelijke, wordt gevierd in de maand oktober of november. Tweemaal per jaar (meestal in de periode maart / april en in de periode september/oktober) vindt gedurende negen nachten ("nawratri") een bijzondere verering plaats van de oerkracht der natuur, het vrouwelijke aspect van het goddelijke: de verering van Paarwatie of Doerga mata. Het Hindoeïsme geeft de kracht en de macht van God op een symbolische manier aan. Zo kan een manifestatie van een bepaalde verschijningsvorm duizenden handen, ogen en hoofden hebben. Zo wordt een van de verschijningsvormen Doerga mata genoemd. Er wordt dan gebeden tot Doerga met negen namen. Dat betekent niet dat er negen afzonderlijke Doerga mata's zijn. Men gedenkt en bidt iedere avond tot een bepaald aspect van mata.

 

Negen dagen lang besteden de Hindoes alle aandacht aan Doerga mata of Paarwatie, die de mensheid liefde en bescherming geeft. Deze viering dient ook ter nagedachtenis van de overwinning van de goddelijke manifestatie Doerga over de demoon Mahishasur. Beschonken met kracht, door zegening van Shiva begon de demoon onschuldige mensen te vernietigen. Toen deed men een beroep op Doerga mata en vroegen haar om hulp. Doerga mata, vergezeld van een leeuw vocht met de demoon en sneed zijn hoofd eraf. Gedurende Nawratri vasten en bidden de aanbidders van Doerga mata voor gezondheid en voorspoed. Verschillende manifestaties van Doerga of Shaktie worden elke avond en nacht aanbeden. Tijdens beide vereringen vasten en bidden de Hindoes gedurende de negen dagen. Vele Hindoe gezinnen hebben de traditie om in deze periode eenmaal een Doerga Paath (lezing over Doerga), te houden, meestal in huiselijke kring. Deze negen aspecten van Doerga mata zijn:
1. Shailputrie
Zij is de personificatie van mata Paarwatie, die in haar eerste leven als Sati de gemalin was van Shiva Bhagwaan en als Shailputrie oftewel Paarwatie opnieuw de echtgenote van Shiva-dji werd. Daarom wordt zij als eerste aanbeden.
2. Brahmacharinie
Hier betekent Brahm de DEVOTIE. Zij die de mens helpt bij het leiden van een leven met devotie, met toewijding. Zij geeft de kracht aan de toegewijde gelovigen om zelfs de grootste moeilijkheden te kunnen overwinnen.
3. Chandraghanta
De letterlijke betekenis van Chandra is de maan en van Ghanta is een bel. Als het ware de bel die in ons hoofd telkens blijft rinkelen om ons er aan te herinneren edelmoedig te zijn, de zachtheid en de koelte van de maan tot eigenschap te maken. Maak de wereld deelgenoot van die zachtheid, edelmoedigheid en liefde.
4. Koesmaanda
In deze vorm is Doerga mata de schepper van de planeten.
5. Skandmata
Skand is een andere naam van Kaartikeya. Hij was de legeraanvoerder van de dewta's (hemelbewoners) in hun strijd tegen de demonen. Zij verschaft de mensen lichamelijke en geestelijke kracht om de vele innerlijke vijanden die ons leven negatief beïnvloeden, te bestrijden en te verslaan.
6. Katyaayinie
Zij wordt met deze naam aanbeden omdat zij op een bijzondere manier werd aanbeden door de bekende Maharishi (grote heilige ziener) Katyaayan. In deze vorm heeft zij ook extra energie ontvangen van Brahma, Vishnu en Mahesh om daarmee de demon Mahishasur te verslaan.
7. Kaalratrie
Haar verschijning boezemt vrees in, omdat zij in de vorm van de duisternis, het zwarte van de nacht en de zwarte vreesaanjagende Kalie verschijnt. Maar zij is de gelovigen altijd goed gezind. Zij treedt op als de vernietiger van de wreedaards, de zondaars.
8. Mahagaurie
Gaur betekent wit, blank. Zij verschijnt altijd in een witte kleding, witte sieraden. Het vasten en bidden gedurende de voorgaande nachten in de reeds beschreven vormen heeft er voor gezorgd dat alle duistere, zondige, verkeerde wordt weggewist. Hierdoor wordt het weer mogelijk om alles weer zuiver en rein te maken in het leven.
9. Siddhidaatrie
Het negende aspect van Doerga mata is de Siddhi. Siddhi betekent het verkrijgen van een bovennatuurlijke bijzondere gave en kracht als zegen van God.
Zo wordt hier gebeden tot mata Doerga dat zij haar toegewijde bhakta's (gelovigen) die al acht dagen haar hebben aanbeden zegent. Men bidt en vraagt om zegeningen dat zij ook zo gezuiverd zijn, dat ze op een bijzondere manier door mata kunnen worden beloond en een beter leven kunnen leiden. En de beloning die zij vragen is dat de invloeden van de Mahagaurie hun zodanig heeft gezuiverd dat hun hart nu wordt gevuld met reinheid, waar geloof in God, zuivere gedachten en respect voor de totale schepping. En natuurlijk is het niet zo dat wij door maar te bidden gedurende negen dagen in deze periode al deze zegeningen kunnen verkrijgen. Maar dit moet onze harten zodanig openen voor de werkelijkheid en voor de zin van dit leven dat wij nu doelbewust een beter leven kunnen beginnen.

 

10.       Raam Nawmie

Raam Nawmie is een Hindoe feestdag ter ere van Shri Raam. Als zoon van koning Dasrath en koningin Kausalya van het koninkrijk Ayodhya, heeft Shri Raam vele heldendaden verricht. Deze zijn door Valmiki zeer kleurrijk beschreven in het Sanskrit epos Ramayan. Dit heldendicht is in het Avadhi (een dialect van Hindi) getransformeerd door de bekende 16e eeuwse dichter Toelsiedas. Shri Raam wordt door de Hindoes als ideale mens en koning beschouwd, de maryada purush. Een ideale samenleving wordt "Raamraadj" (godsrijk) genoemd. Op Raam Nawmie vinden in tempels speciale diensten plaats, waarbij fragmenten uit de Ramayan van Toelsiedas worden gezongen.

Vele duizenden jaren terug, in de Treta Yuga, leefde koning Rawan die het leven van de mensen tot een hel maakte. Recht, wet, geloof en menselijkheid werden door hem genegeerd en verworpen. Hij kondigde aan dat hij als koning over alles en iedereen kon beschikken en beslissen zoals hij dat wilde. Hij verbood de mensen om God te vereren. Verering kwam alleen hem toe en een ieder diende slechts hem te gehoorzamen. Zij die zich niet hielden aan zijn bevelen konden rekenen op zeer zware lijfelijke straffen, vernedering en de dood. Wreedheden, verbranding van huis en haard van vooral de gelovigen waren aan de orde van de dag. Ontvoeringen van vrouwen, verkrachtingen namen schrikbarende vormen aan. En zo ging het volk gebukt onder deze tirannie van Rawan. De mensen riepen om hulp. Er werd gebeden tot Brahma en Shiva, maar zij wezen erop dat slechts Vishnu Bhagwaan werkelijke hulp kon bieden. Zo werd door allen gezamenlijk gebeden tot God, tot Vishnu Bhagwaan. Tijdens hun gezamenlijk gebed hoorden zij op een gegeven moment een stem uit de hemel die vertelde dat Vishnu Bhagwaan hen zal verlossen van de ellende en adviseerde om zich nu rustig te houden. Vishnu Bhagavan zou op aarde verschijnen bij koning Dasrath van Ayodhya. Koning Dasrath die regeerde over Ayodhya was een goede koning voor zijn volk en het volk had hem lief. Omdat hij kinderloos is maakt hij zich zorgen omtrent de troonopvolging. Hij vraagt een hogepriester om speciale godsdienstige rituelen te verrichten om alsnog gezegend te worden met (een) kind(eren). God aanhoort zijn gebed. Vishnu Bhagwaan had immers al eerder daartoe besloten en aan de mensen verteld dat hij als kind bij Dasrath zou verschijnen. Zo verscheen op de negende dag (nawmie) van de lichte maandhelft van de maand Chaitra (maart /april) om exact 12.00 uur overdag de heer Vishnu in zijn volledige glorie voor koningin Kaushalya. De koningin vraagt hem om niet in deze gedaante, maar als baby voor haar te verschijnen en te huilen zodat de mensen ook kunnen geloven dat zij is bevallen van een zoon. En God die normaliter de tranen wist van de mensen in nood, moet bezwijken voor de liefde en het geloof van een moeder, gehoorzaamt, en begint zelf te huilen ten teken dat een kind is geboren. Als kind krijgt hij van de heilige priesters de naam RAAM. Shri Raam verscheen op de negende dag, vandaar Raam Nawmie.

 

11.       Hanoemaan Jayanti

Hanoemaan Jayantie is een feestdag ter ere van de geboorte van Hanoemaan. Na Shri Raam is, onder de Hindoes, Hanoemaan de meest populaire. Hanoemaan is de ideale, trouwe, onbaatzuchtige en toegewijde dienaar van Shri Raam, met goddelijke krachten. Zijn populariteit dankt hij aan zijn alom in het geschiedkundig werk, de Ramayan, uitvoerig beschreven daden van moed en beleid en aan zijn edele eigenschappen van trouw en kuisheid. Door de Hindoes wordt hij aangeroepen als beschermer tegen en als verdrijver van kwade geesten en demonen. Tijdens diensten wordt uit de Hanoemaan-chalisa (loflied aan Hanoemaan) voorgelezen en wordt zijn jhandi (vlag aan een bamboestok) geplant.

 

12        Boeddha Jayanti

Boeddha Jayanti betekent de verjaardag (jayantie) van Boeddha. Op de vollemaansdag in mei herdenken de volgelingen van Boeddha de geboortedag van Boeddha. Siddharta Gautam, beter bekend als Boeddha, is de stichter van het Boeddhisme. Op 29-jarige leeftijd verliet hij huis en haard en probeerde door strenge ascese en zelfkastijding een oplossing te vinden voor de materiële ellende. Hij bereikte de verlossing in de vorm van de verlichting. Gautam werd sindsdien Boeddha (de Verlichte) genoemd.

 

13        Rath Yatra

De Rath Yatra oftewel het karrenfestival van Heer Jagannaath, Heer van het universum (Jagat - universum, naath - Heer). In Jagannaath Puri, een heilige plaats gelegen aan de Golf van Bengalen aan de oostkust van India in de staat Orissa, wordt elk jaar een grootse optocht van reusachtige karren gehouden. Dit paradefestival vindt plaats ter ere van Shri Jagannaath (Shri Krishna), Shri Baladeva (Shri Balraam) en Shri Subhadra Maharani (zus van Krishna). Normaal verblijven de moerti's (beeldgedaanten) van Jagannaath, Baladeva en Subhadra in de tempel. Eenmaal per jaar worden de prachtige levensgrote murti's ieder op een eigen reusachtige kar gezet en door de straten van Jagannaath Puri in een feestelijke optocht voortgetrokken. Enkele miljoenen pelgrims uit alle streken van India nemen deel aan dit festival. Vanwege de bekende, spiritueel gunstige effecten, nemen niet alleen Hindoes deel aan het festival, maar ook mensen van allerlei andere geloofsstromingen. Daarmee is het Ratha-Yatra festival het grootste, eendaagse, spirituele festival ter wereld. Dit festival overtreft zelfs de Kumbha-Mela. De pelgrims trekken om beurten aan lange, zijden koorden de prachtig versierde karren voort. Onderwijl wordt er uitbundig gezongen (mantra's en bhajans) om Shri Jagannaath te verheerlijken. De koning van Orissa gaat traditiegetrouw, altijd aan de stoet vooruit met een bezem om de straten voor Shri Jagannaath te reinigen. Hij geeft daarmee aan dat hoewel hij de koning van zijn onderdanen is, hijzelf in feite ook slechts een dienaar is van de Allerhoogste Koning van het universum, Shri Jagannaath.
Ratha-Yatra festival is een bron van vrede.
Er staat in de Vedische Geschriften (shaastra's) vermeld dat iemand die Shri Jagannaath op deze dag ziet, zeker terug zal keren naar de spirituele wereld. Zelfs door slechts aan de koorden van de kar van Shri Jagannaath te trekken raakt men voorzeker verlost uit de cyclus van geboorte, ziekte, ouderdom en dood. Het trekken aan de koorden van de kar van Shri Jagannaath symboliseert de uitnodiging aan de Heer om plaats te nemen in ons hart. Vandaar dat miljoenen mensen naar Jagannaath Puri gaan voor dit festival. Doordat al deze pelgrims ongeacht ras of geloof allen met hetzelfde doel naar dit transcendentale karrenfestival van Shri Jagannaath komen, namelijk om Hem te aanschouwen en Hem eer te bewijzen, bevordert dit Ratha-Yatra festival de harmonie en de vrede onder de mensen. Door de genade van Srila Prabhupada wordt tegenwoordig in alle grote steden van de wereld zoals New York, Londen, Parijs, Amsterdam, Tokyo, Durban, Bombay, Calcutta etc het Ratha-Yatra festival gehouden. Zo wordt de verering van Shri Jagannaath als Heer van het universum meer recht aangedaan. Jaarlijks wordt ook in Rotterdam in de zomer dit festival georganiseerd.

 

14        Guru Purnima

Deze dag wordt gevierd ter herinnering en verering van de wijze Vyaas. Hij wordt gezien als de eerste guru in het Hindoeïsme die de Veda's toegankelijk heeft gemaakt voor de mensheid en de achttien Puraans en de Mahabharat schreef. Op Guru Purnima wordt de guru vereerd door de discipelen. Op deze dag viert en bekrachtigt men de verbinding tussen leraar en leerling. In een feestelijke sfeer dankt men de guru voor zijn niet aflatende beschikbaarheid het licht in de leerlingen te doen ontwaken. Guru Purnima is een gebeurtenis die wereldwijd in vele tradities gevierd wordt.

 

15.          Nag Panchami

Nag Panchami (Nag= slang en panchami = 5-de dag) is een festival die op de vijfde dag van de vollemaansdag in de maand Shravana (Juli/Agustus) ter ere van slangen wordt gevierd. Shiva tempels worden op deze dag bezocht, omdat slangen door Shiva worden beschermd. Op de dag van Nag Panchami wordt ook de overwinning van de slang Kaliya door Shri Krishna herdacht. Krishna heet sindsdien ook Kaliya mardan oftewel de overwinnaar van Kaliya. De persoonlijkheid Gods, Shri Krishna , die verscheen als kind bij de familie van koning Nanda was op een dag buiten bal aan het spelen met zijn maatjes. Op een gegeven moment kwam de bal vast te zitten in een boom langs de rivier Yamuna. Krishna ging die bal ophalen, maar de bal viel in het water van de rivier. De plaats waar de bal viel was een vrij diepe plek van de rivier en daar verbleef de grote slang Kaliya Krishna die heel moedig was sprong in de rivier Yamuna om de bal te halen. Maar de slang Kaliya die verstoort raakte in zijn rust kwam naar boven en toen begon een gevecht tussen Krishna en Kaliya. Krishna die heel alert was sprong op de kop van de meerkoppige slang en pakte de slang beet bij zijn nek. De slang was stevig gevangen door Krishna. De slang was toen overgeleverd aan Krishna. Later liet Krishna de slang Kaliya los en die verdween sindsdien van die plek.

 

16.       Toelsiedaas Jayanti

Op deze dag wordt de geboorte van Toelsiedaas herdacht. Toelsiedaas was geboren in de zestiende eeuw. Toelsiedaas is één van de opzienbarende dichters/filosofen uit de Indiase geschiedenis. Zijn naam betekent "de dienaar van de geneeskrachtige plant Toelsie". Een voorganger van hem, Valmiki,  schreef eerder de heilige epos Ramayan in het Sanskriet over het leven van Shri Raam. Toelsiedaas schreef de Ramayan in het Hindi (Avadhi) en noemde het de Ramcharitmanas. Doordat het in de volkstaal was geschreven was deze beschikbaar en bereikbaar voor een groter publiek. De boodschap uit de Ramcharitmanas is zelfs vandaag de dag toe te passen in onze maatschappij en samenleving. Het belicht velerlei onderwerpen uit het dagelijkse leven zoals, de liefde tussen ouders en kinderen, de relatie tussen leermeester en leerling, de man-vrouw relatie, de band tussen de koning en het volk en andersom, en nog veel meer.

 

17.       Raksha Bandhan 

Op deze dag in augustus dragen de Hindoe jongens en -mannen een kleurrijk bandje om hun pols. Dit bandje heet Raakhi en betekent 'bescherming'. Dit koordje wordt door meisjes of vrouwen om de pols van iemand gebonden van wie zij bescherming en hulp kunnen verwachten. Het is gebruikelijk dat een zus het bandje voor haar broers of neven bindt. Als zij het voor een vreemde bindt, dan beschouwt hij haar vanaf dat moment als een zus en ontstaat er een broer-zus relatie. Zij biedt hem daarbij iets lekkers te eten aan en krijgt een cadeau of wat geld. Dit feest is nu meer een traditie dan sociale norm of verwachting. Hindoe vrouwen en meisjes binden op deze dag een koordje of zelf gemaakte armband (bandhan) van gekleurde katoen of zijde om de pols van een man of jongen van wie ze hulp en bescherming (raksha) verwachten. Het koordje wordt rakhi genoemd. De Raakhi is oorspronkelijk gemaakt van rode en goudgekleurde garen. De vrouw geeft de man een laddoe, (een balletje gemaakt van suiker en melk) of een andere zoetigheid dat ze heeft klaargemaakt of speciaal voor hem heeft gekocht. Op haar beurt krijgt zij een sieraad of een ander cadeau. Raksha Bandhan vindt plaats tussen broer en zus. Als een vrouw/meisje geen broer heeft kan ze de raakhi ook aan iemand anders aanbieden. Zij en haar beschermer zijn vanaf dan als broer en zus. Daarom is deze dag een belangrijke dag voor broer en zus

Het hedendaagse aspect van raksha bandhan is onstaan in Noord India (Rajasthan) onder de Rajputs (edele krijgslieden, ridders). Een vrouw die behoefte had aan bescherming bond een rakhi om de pols van degene door wie zij beschermd wilde worden. De meest aangewezen persoon was een broer of neef, of als zij die niet had, een andere man. Deze werd dan als broer beschouwd. Dus een omgekeerde benadering ten opzichte van de voorgaande raksha bandhan wat betreft de beschermingsband. Een dergelijk beroep op bescherming werd zeer serieus genomen en daar werd zelfs op gevaar voor eigen leven gehoor aan gegeven, ongeacht verschillende geloofsovertuigingen en (on)bekendheid met elkaar. (In 1556 beschermde koning Humayun, een Moslim, koningin Karnavati, een Hindoe, met inzet van zijn eigen leven. Zij kenden elkaar niet persoonlijk, en het beroep op bescherming werd door de koningin gedaan d.m.v. een raakhi via een koerier!)

 

Tegenwoordig treedt dit aspect: verzoek om bescherming van zus(je) aan (aangenomen) broer het meest naar voren, maar ook de andere vormen worden, zij het in veel mindere mate, nog steeds in ere gehouden, ook in Suriname. Dus ook mogelijk is rakhi van een dochter voor haar vader, van een vrouw voor haar echtgenoot, dochter voor moeder, broer voor broer, zoon voor vader of moeder. In de praktijk komen deze echter nauwelijks meer voor. Een twistpunt is: moet de zus naar de broer of de broer naar de zus. Volgens ons moet dat met elkaar worden afgesproken afhankelijk van wat het handigste is, gezien de thuissituaties. In veel gevallen is het makkelijker voor de broer om naar de zus te gaan. Op deze dag wordt met enig ceremonieel een beschermingskoord gebonden om de pols van degene op wiens bescherming men rekent. Het is gebruikelijk dat de Raksha (koordje / Raakhi) door een zus wordt gebonden om de rechterpols van haar broer. De broer geeft daarbij een geschenk of iets zoets aan de zus.

 

18.       Ganesh Chaturthi

Dit is een gedenkdag ter ere van Ganesh. In de tempel wordt een Ganesh Poedja uitgevoerd; een ceremoniële verering van Ganesh. Het uitvoeren van de Poedja, waarbij alle aanwezigen bloemen offeren aan Ganesh. Hieronder de Ganesh Mantra die bij het offeren wordt gereciteerd. Aum Gum Ganapatayei Namah. Betekenis: "gegroet degene die de obstakels verwijdert". Deze mantra helpt bij het uit de weg ruimen van zichtbare en onzichtbare obstakels, die je geestelijke ontwikkeling of je prestaties in de weg staan. Veel mensen, zowel in India als in het Westen gebruiken deze mantra. Wellicht de meest geliefde goddelijke manifestatie is Ganesh, die met de olifantenkop, die door Hindoes, Boeddhisten en Jainisten gelijkelijk wordt vereerd. Ganesh wordt samen met zijn vader Shiva gezien als de grondlegger van de Yogaleer en de rekenkunde.
Ganesh wordt beschouwd als de goddelijke manifestatie van de wijsheid, de brenger van geluk en de opruimer van obstakels. Hij is de beschermer van wetenschappen, de Heilige Geschriften en scholing. Hij wordt afgebeeld met een dikke volle buik en minimaal vier armen, zittend op een lotustroon of op zijn rijdier, de muis, of dansend. Zijn meest voorkomende attributen zijn het vangkoord, de drijfhaak en een schaal lekkernijen. Een slang is zijn gordel.

 

 

 

19.       Shri Krishna Djanamashtmi

Op deze dag herdenken en vieren de Hindoes de verschijning van Shri Krishna die op aarde is neergedaald om de mensheid de waarheid, de weg en het licht (waarheid, gerechtigheid en kennis) te wijzen. In de meeste mandirs in Nederland worden erediensten gehouden. De gelovigen vasten tot middernacht. De dag wordt doorgebracht met bhajans, kirtans en lezingen. De lila's van Shri Radha en Shri Krishna worden in toneelvorm uitgebeeld. De tempels en altaars worden met bloemen versierd. De toegewijden bieden mooie geschenken aan Shri Radha en Shri Krishna. Daarna worden Shri Radha en Shri Krishna gebaad met de vijf ingrediënten, de abhishek. Ze worden daarna gekleed in nieuwe, prachtige kleren. Daarna worden 108 en meer heerlijke gerechten geofferd aan Krishna. Het feest in de tempel gaat door tot middernacht. Dan is er Maha-aartie, want dat is de tijd dat Krishna is verscheven.
Duizenden jaren geleden, raakte de gehele wereld verstoord door het gedrag van enkele wrede koningen, die machtiger dan God wilden zijn. De dewie´s en dewta´s (hemelbewoners) gingen toen om hulp naar Heer Brahma. Samen reisden zij naar de geestelijke planeet Swetadwipa, waar Vishnu in de melkoceaan verblijft. Aan de oever van de melkoceaan begon Brahma Heer Vishnu met gebeden tevreden te stellen en smeekte Hem om de aarde te redden van deze wrede koningen. Vervolgens zette Brahma zich in meditatie en ontving op die manier in zijn hart een boodschap van Vishnu. De boodschap luidde als volgt: "Ik, de Allerhoogste Godspersoon, zal zeer spoedig op aarde verschijnen, samen met Mijn uiterst krachtige vermogens. Ik zal komen om Mijn toegewijden te beschermen. Alle dewi's en dewta's moeten Mij bijstaan in Mijn missie. Daarom dienen zij onmiddellijk geboren te worden in de dynastie, waarin Ik zal verschijnen, de Yadu-dynastie." Krishna verscheen als zoon van Vasudeva en Dewki. Vasudeva was de zoon van koning Surasena, leider van de Yadu-dynastie en Dewki, de zus van de wrede koning Kansa. Op de dag van hun trouwen, ging Vasudeva met Dewki op zijn rijtuig naar huis. Om zijn zus een plezier te doen wilde Kansa hen zelf wegbrengen. Onderweg naar het paleis van Vasudeva hoorde Kansa plotseling vanuit de lucht een wonderbaarlijke stem schallen: "Kansa, wat ben je toch een dwaas! Je rijdt het rijtuig van je zuster en zwager, maar je weet niet dat hun achtste kind je zal doden! Dat zal dan het einde betekenen van je heerschappij." Nadat Kansa deze voorspelling had gehoord greep hij zijn zwaard om Dewki ter plekke te doden. Vasudeva wist de wrede, schaamteloze, Kansa met wijze woorden tot bedaren te brengen. Vasudeva beloofde Kansa dat hij al zijn zonen, die geboren zullen worden, aan hem zal geven. Kansa kende het gewicht van Vasudeva's erewoord en was door zijn argumenten overtuigd. Daarom zag hij er voorlopig vanaf om zijn zuster te doden en sloot Vasudeva en Dewki op in de gevangenis van zijn paleis. In de gevangenis bracht Dewki jaar na jaar een zoon ter wereld. En Kansa, denkend dat elk van de baby's een incarnatie van Vishnu is, doodde ze allemaal. Kansa had intussen het koninkrijk van Vasudeva genomen en zette zijn eigen vader gevangen. Op die manier riep hij zich uit tot koning van vele gebieden. Toen Dewki's zevende kind geboren moest worden, verscheen er een volkomen expansie van Krishna in haar schoot, genaamd Ananta Sesa. Krishna gaf Zijn voornaamste vermogen, Yogamaya, de opdracht om Ananta Sesa van de buik van Dewki over te brengen naar de buik van Rohinidevi. Rohinidevi bleef in het huis van Nanda en Yashoda.  Krishna zei aan Yogamaya: "Deze volkomen expansie van Mij zal Balraam heten. Na deze overbrenging zal Ik met Mijn volledige vermogens verschijnen in de buik van Dewki en jij, Yogamaya, zal als dochter van Nanda en Yasoda, verschijnen."  Zo gebeurde het dat Kansa het zevende kind niet kon doden. Kansa dacht dat Dewki een miskraam had gehad en wachtte tot het achtste kind geboren zou worden. Het lichaam van Dewki had een stralende, bovenzinnelijke schoonheid. Dat was een teken dat Krishna zou verschijnen. Heer Brahma en Heer Shiva, Narad Moeni en vele andere hemel bewoners kwamen naar de gevangenis en begonnen de Allerhoogste Godspersoon te vereren en gebeden tot Hem te richten. De planeten en de sterren zagen er heel gunstig uit. Overal heerste een hemelse sfeer. Midden in de nacht verscheen Krishna, in Zijn volledige expansie van Heer Vishnu, als de volle maan die aan de oostelijke horizon rijst. Hij had vier handen, die een schelphoorn, een knots, een werpschijf en een lotusbloem vasthielden. Gekleed in geelzijden gewaden, met edelstenen, kostbare armbanden en oorbellen getooid. Hij zag er oogverblindend uit. Het was duidelijk dat Hij niemand anders was dan Vishnu. Vasudeva en Dewki waren natuurlijk stomverbaasd. Ze begonnen met gevouwen handen diepgevoelde gebeden tot de Heer te richten. Dewki was erg bang voor de gruweldaden van Kansa en smeekte Vishnu om Zijn vierarmige gedaante te verhullen, zodat ze Hem kan verbergen voor de wrede Kansa. Maar Krishna antwoordde:"Ik verscheen in deze Vishnu-gedaante enkel om u te overtuigen dat Ik, de Allerhoogste Godspersoon, opnieuw ben verschenen. Ik had als een gewoon kind kunnen verschijnen, maar dan zou u twijfelen wie Ik werkelijk ben. Wees niet bang voor Kansa. Vader, Ik wil dat u Me onmiddellijk naar Gokul brengt. Daar zult u ontdekken dat Yasoda net een dochter heeft gekregen. U moet deze dochter met Mij verwisselen en vervolgens haar dochter hier naartoe brengen." Na deze woorden transformeerde Krishna Zich in een gewoon twee-armig kind. Zijn gedaante had de kleur van een donkere zwarte wolk, omdat Hij midden in de nacht is verschenen. Vandaar dat Krishna ook Shyamasundara wordt genoemd. Vasudeva pakte Krishna en liep de gevangenis uit. Door de wil van Krishna waren alle inwoners van het paleis in diepe slaap. Alle deuren en poorten die op slot waren gingen plotseling open. De nacht was erg donker en er was een zware regenval. Hij ging naar het huis van Nanda maharaadj en Yashoda mata en zag dat een ieder daar in diepe slaap was. Stilletjes ging hij het huis binnen en verwisselde de baby's. Zonder problemen stak hij weer de Yamuna over en keerde terug naar het paleis. Hij legde de baby in de schoot van Dewki. De bewakers werden wakker van het gehuil van de baby en brachten Kansa meteen op de hoogte. Kansa schrok en zag zijn dood al naderen. Dewki smeekte Kansa haar kind niet te doden. Hij had toch niets te vrezen van een dochter. Ondanks haar gesmeek, greep de wrede Kansa de baby en stond op het punt haar te doden. Het kind, Yogamaya, dat over wonderbaarlijke vermogens beschikte, steeg echter uit zijn handen omhoog de lucht in en bleef daar op mystieke wijze rondzweven. Daarop zei Yogamaya aan Kansa: "Schurk, het kind dat jou zal doden is reeds ergens in deze wereld geboren". Kansa begon toen, samen met zijn wrede raadslieden, allerlei plannen te beramen om Krishna op te sporen en te doden. Alle kinderen die de afgelopen tien dagen geboren waren, moesten gedood worden. Daarom stuurde Kansa vele jaren achtereen demonen naar Gokul om Krishna te doden. Maar omdat Krishna de Allerhoogste Heer is, doodde Hij ze allemaal zonder moeite. Om Krishna te beschermen verhuisde Nanda Maharaadj toen met zijn hele familie naar Nandagaon en later naar Vrindavan. In Vrindavan vonden toen vele lila's plaats tussen Krishna, Balraam, de koeherders (gopa's), herderinnen (gopi's) en natuurlijk zijn innig geliefde Shrimati Radharani.

 

 20.       De Pietri Paksha Poedja

Een van de betekenissen van het woord pietra is voorouders. Ofschoon haast ieder mens op de een of andere manier zijn overleden (vóór)ouders gedenkt, wordt hieronder de manier waarop de Sanatanies het doen in het kort beschreven. In de donkere helft van de maand Asvina (september/oktober) vinden speciale handelingen plaats om de overleden voorouders te gedenken. Dit wordt gedaan om hen dus dank te zeggen voor de offers die zij hebben gebracht om hun kinderen groot te brengen, op te voeden. Daarbij wordt ook gebeden voor de zielerust van de overleden voorouders. Tevens wordt hen gevraagd om ons altijd te blijven beschermen en te zegenen. Het gedenken vindt op diverse manieren plaats. De meeste mensen doen het als volgt: na te zijn gebaad, neemt de zoon een handvol zwarte sesamzaad, rijst, bloemen en wat koesha-gras en plaatst alles in een glas of lota met water. Hij staat dan met zijn gezicht naar de zon en laat via de lota die gevuld is met water, sesamzaad, rijst en koesha gras, langzaam op de grond vallen. Tegelijkertijd blijft hij bidden met de (Veda) mantra's. Sommigen die daartoe de mogelijkheid hebben verrichten deze handelingen staand in het water in de rivier en scheppen het water met beide handen om die dan langzaam weer in het water van de rivier te laten vallen. Dit wordt tielanjalie genoemd. Weer anderen verrichten daarnaast wat extra ceremonieën zoals Pienda-daan. Deze dodenherdenking op deze wijze vindt gedurende 15 dagen plaats. Anderen geven ook giften aan armen, tempels en andere goede doelen namens hun ouders.

 

21.       Saraswatie Poedja

Een van de namen waarmee het moederlijke aspect van God wordt aangeduid is Saraswatie. Deze Saraswatie is de gemalin van Brahma en is de personificatie van kennis, wijsheid, goed verstand en kunst in allerlei vormen. Zo schonk zij het Dewnagrie schrift (het Hindi lettertype), waardoor via boeken de kennis en wijsheid aan grote groepen kon worden doorgegeven. Door te lezen kan dan de onwetendheid worden teruggedrongen. Men bidt normaliter dagelijks tot Saraswatie mata om als wijs, verstandig mens met goede inzichten zijn leven te kunnen leiden. Daarnaast zijn er ook speciale perioden waarin extra aandacht is voor een gebed tot Haar. Zo wordt op de Diwalie avond, tijdens de beide Nawratri (de laatste drie dagen), bij aanvang van een schooljaar, tegen de tijd van de repetities, tentamens, examens extra gebeden. Voor het bidden tot Saraswatie mata gebruikt men witte bloemen als die voorradig zijn. Men kan zonder of met één of meerdere soorten prasaad (offerspijs) tot haar bidden en aan haar offeren. U kunt bijvoorbeeld dahie (yoghurt), melk, popcorn, laddoe gemaakt van tiel (zwarte mosterdzaad), suikerriet en suikerrietsap, witte laddoe, kokos en kokoswater, banaan en mietha bhaat (zoete rijst) gebruiken. U kunt dan bidden met de volgende mantra: Aum Sriem Hriem Saraswatyay Namah.

Kenmerkende symbolieken

De specifieke betekenis

1. Blinkende uitstraling

De Brahman lichtgloed

2. vier handen

De 4 richtingen

3. boek in hand

De Veda's (spirituele kennis)

4. Japamala (kralenkrans) in hand

Concentratie en energie in letteren

5. Veena muziekinstrument (soort viool)

Gever van speciale krachten
en kwaliteiten, kunst en creativiteit

6. Lotus

De schepping

7. witte sari (kleding)

Zuiverheid

8. witte zwaan

De ziel

 

 

22.       Narak Chaturdashi

Narak Chaturdashi (caturdashi= 14) valt op de veertiende dag van de donkere helft van de maand Asvina (september/ oktober). Dit valt precies een dag voor de Diwalie viering. Op deze dag wordt de vernietiging van de demon Narkasoer herdacht. Heel lang geleden regeerde er een koning die Narkasoer of de Helleduivel werd genoemd. Hij was berucht om zijn wreedheid voor zijn onderdanen. Hij hield onder andere 16.108 prinsessen van de naburige veroverde gebieden vast in een grot, omdat zij niet naar hem wilden luisteren. Shri Krishna kwam de onderdrukte mensen te hulp en doodde Narkasoer. Als teken van overwinning smeerde Shri Krishna een beetje bloed van zijn tegenstander op zijn voorhoofd. Terug in de stad kreeg hij een hartverwarmende begroeting en een flinke bad om de viezigheid weg te wassen die hij had overgehouden van het gevecht. Sindsdien is het een gewoonte geworden om heel vroeg voor zonsopgang een bad te nemen op deze dag. Dit festival wordt ook weleens Choti (kleine) Diwali genoemd Op deze dag wordt ook de heer van de dood, Yamraadj, vereerd. Dit wordt gedaan door een diya aan te steken.

 

23.       Diwalie (Maha Lakshmi Poedja)

Dit feest is één van de belangrijkste Hindoe feesten. Het wordt gevierd in de nacht van de maand Kartika (oktober/november). Het Hindi-woord Diwalie is afgeleid van het Sanskriet-woord Diepawali, dat een rij lichtjes betekent. Diwalie is een feest ter ere van Lakshmi. Daarom wordt er op die avond een Maha Laksmi Poedja gehouden, een gebedsdienst ter ere van Laksmi, die de Vrouw, de Moeder der Aarde, het licht en het geluk symboliseert. Met het Diwaliefeest in aantocht maken de Hindoes hun huizen en de omgeving grondig schoon. Bij het aanbreken van de avond komt het hele gezin bij elkaar om te bidden. Het huis wordt versierd met bloemen en lichtjes. Het vuur heeft voor Hindoes een speciale betekenis. Vooral omdat het licht en warmte geeft en als een zuiveringsmiddel werkt. In de huizen worden veel lichtjes en lampjes aangemaakt ten teken van de overwinning van het licht op de duisternis, van het goede op het kwade, van waarheid op onwaarheid, van rijkdom op armoede. Het is een lichtfeest, een bezinningsfeest door middel van meditatie en gebed. De mens tracht door te bidden in het goede en reine te komen. Licht is een bestaansvoorwaarde voor de mens. De lichtjes worden bij het vallen van de avond aangestoken in diya's. Deze zijn kleine ronde potjes van gebakken klei, waarin van een plukje watten één of twee tot lonten gedraaide watten zitten, gedrenkt in ghee (geklaarde boter). In Nederland wordt dit lichtjesfeest in huiselijke kring gevierd, alhoewel op deze dag ook tempeldiensten worden gehouden. Diwalie is een gezellig feest met veel vreugde in de harten: een stil verlangen van een jaar gaat dan ook in vervulling. Dagen tevoren zoeken Hindoes contact met familie en vrienden. Er worden naar elkaar mooie, kleurrijke kaarten gestuurd met teksten, die veelal geschreven zijn in Sanskriet, Hindi en Engels. De betekenis van die teksten zijn veelzeggend. Het zijn gebeden of Gelukwensen. Diwalie wordt ook herdacht als een oogstfeest. Na de storm en regen van de herfstmaanden zijn de sneeuw en de vrieskou van de winter in aantocht. De nieuwe oogst wordt binnengehaald: alle rommel wordt opgeruimd: erf en huis worden schoongemaakt: de warme winterkleren worden tevoorschijn gehaald: door vuur en wierook wordt de lucht in huis geurig en warm gemaakt. Landbouwers zijn blij en gelukkig. Zij voelen zich rijk en maken zich klaar voor de komende rustperiode en huiselijkheid. Op deze diwalie dag wordt de terugkeer van koning Shri Raam naar zijn volk herdacht. Shri Raam was de kroonprins uit de dynastie der Zonnekoningen, maar hij werd voor 14 jaar verbannen uit zijn land Ayodhya. Toen de geliefde Shri Raam terug kwam in Ayodhya werden uit grote blijdschap overal lichten aangestoken.

 

24        Govardhan Poedja

De dag na Diwalie is de dag waarop Govardhan Poedja wordt gehouden. De heuvel Govardhan wordt dan in de vorm van Shri Giriraj aanbeden. Door de genade van Shri Giriraj ontwikkelt de toegewijde vooruitgang in zijn Bhakti. Gelovige mensen blijven de hele nacht wakker en koken 56 of 108 gerechten die dan geofferd worden. Deze ceremonie is bekend als "Ankut" en  betekent  "een berg van voedsel". Het woord  "Govardhan' heeft 2 betekenissen. Het woord  "Go'" betekent  "koe" en "vardhan" betekent "beschermer, hoeder". In de andere betekenis  staat "Go" voor de zinnen en "vardhan" voor "het verdiepen van toewijding aan Shri Krishna".

 De oorsprong van Govardhan
Aan de westkust van India op het eiland Salmali, leefde Dronachala, de koning van de bergen. Op een dag kwam de heilige Pulastya Moeni naar hem toe en vroeg Dronachala of hij zijn zoon mee mag nemen naar Kashi (Varanasi oftewel de huidige Benares). Giriraj, stemde ermee in onder een voorwaarde dat eenmaal opgetild hij nergens onderweg gezet mag worden. Anders zou hij op die plaats voor altijd blijven. Toen zij over het land van Vraja reisden, maakte Giriraj zich zo zwaar dat de heilige hem moest laten zakken op de grond. Pulastya werd boos en vervloekte Giriraj dat hij elke dag ter grootte van een sesamzaadkorrel kleiner zou worden. Maar de Moeni had meteen spijt van zijn vloek en gaf Giriraj de zegen dat hij in Dwapar Yuga aanbeden zou worden. Deze gebeurtenis vond plaats in de Satya Yuga. Brahma Dji wenste de Dwapar Yuga eerst te creëren, maar vanwege de demon Rawan, moest hij eerder Treta Yuga creëren. In Treta Yuga kwam Hanoemaan, op instructie van Heer Shri Raam, om de berg Giriraj mee te nemen voor de bouw van de Lanka brug. Giriraj ging gewillig mee, maar voordat zij daar aankwamen was de brug al gemaakt. Giriraj was heel teleurgesteld omdat hij zijn Heer Shri Raam niet van dienst kon zijn. Toen Heer Shri Raam dit hoorde zond hij een boodschap naar Giriraj, dat bij het einde van de Dwapar Yuga de Allerhoogst Persoonlijkheid Gods Shri Krishna zelf zal neerdalen op aarde. Shri Krishna zal dan op zijn heuvel spelen en hem ook aanbidden. In de Sarasvat Kalpa, aan het einde van de Dwapar Yuga, stopte Shri Krishna de aanbidding van de hemelkoning Indra en startte zelf de Govardhan Poedja.

 De aanbidding van de Govardhan

Krishna was zeven jaar toen Hij op een dag zag dat de koeherders druk bezig waren zich voor te bereiden op het brengen van een Vedisch vuuroffer (jagya). Krishna vroeg toen aan Zijn vader, Nanda Maharaadj: "Vader, alstublieft, zeg me, wat voor eredienst organiseert u? Wie is de persoon die vereerd moet worden? En wat is het doel van deze verering? Nanda Maharaadj nam Krishna's vragen niet serieus, omdat Hij toch maar een kind is. Maar Krishna bleef aandringen. Nanda Maharaadj antwoordde toen: "Lieve jongen, het is een gebruikelijke offering, om Heer Indra, de hemelkoning, te behagen." Toen Krishna dit hoorde zei Hij tegen Nanda Maharaadj: "Iets dat niet in de Veda's is voorgeschreven, hoeft toch niet zo serieus genomen te worden." Zijn vader antwoordde: "Onze voorouders hebben deze offering gedurende zo lange tijd verricht, dat het een gewoonte is geworden." Krishna vroeg toen: "Vertelt u Me toch waarom u Indra wil behagen?" Nanda Maharaadj antwoordde: "Omdat Indra ons regen geeft en wij als koeherdersvolk de regen nodig hebben voor onze koeien om melk te geven en voor het gewas om te groeien. Water is erg belangrijk voor het leven, landbouw, religieuze rituelen en economische welvaart."  Krishna zei aan Zijn vader, in aanwezigheid van de koeherders: "Beste vader, volgens Mij is het nergens voor nodig dat u tot Indra of welke devta (hemelbewoner) ook bidt voor het welslagen van uw werk op het land. De dewta's zijn net als ieder ander aan karma gebonden. Zij zijn afhankelijk en kunnen de hoofdregels van de wetten van karma niet breken om extra beloningen te geven. Ieder levend wezen wordt geboren overeenkomstig zijn vroeger karma en verlaat dit leven louter om de vruchten van zijn huidige karma te plukken. Evenzo komt het niet door de goede zorgen van vader en moeder dat het de kinderen goed gaat. Soms zien we dat de kinderen ondanks alle goede zorgen toch het verkeerde pad opgaan of komen te sterven. We zien ook dat men actief wordt als gevolg van zijn natuurlijke neiging tot werken. Overeenkomstig deze natuurlijke neiging, aanleg, ontvangen alle levende wezens -of het nu mensen of hemelbewoners zijn- het resultaat van hun doen en laten. We krijgen niets bijzonders van Indra. Ook al laat hij regenen. Hij gooit ook water in de oceaan waar er helemaal geen behoefte aan is. Dus hij giet het water zowel in de oceaan als op het land, ongeacht of men nu aan hem offert of niet. Vader, als koeherdersvolk zijn wij eigenlijk afhankelijk van de genade van de heuvel Govardhan. De weidegronden van de heuvel Govardhan voorzien ons van zacht groen gras voor onze koeien en de bronnen en rivieren geven ons al het water dat de koeien nodig hebben. De heuvel voorziet in zoveel behoeften. Laten we in plaats van Indra, de heuvel Govardhan aanbidden. Laten we al deze poedja-artikelen en etenswaren gebruiken om Govardhan te vereren." Uit liefde voor Krishna gingen zijn vader en de andere koeherders daarmee akkoord. De koeien werden versierd en gebracht om te grazen. Met de koeien voor zich uit maakten de koeherders ommegangen (parikrama) rond de heuvel Govardhan. De hele atmosfeer was vol vreugde. Vedische mantra's werden gereciteerd en bhajans gezongen. Krishna zei aan de koeherders om van al het voedsel een reusachtige berg te maken. Vijvers van ghee en rivieren van melk versierden deze geweldige berg van eten. Vervolgens zei Krishna om de berg aan Shri Giriraj te offeren, de koning van de heuvel Govardhan. Toen de offering voltooid was, verscheen de gedaante van Shri Giriraj. Hij was erg groot en kwam bijna tot aan de blauwe hemel. Giriraj leek precies op Krishna; behalve dat Krishna klein was en Giriraj reusachtig. Giriraj begon toen hele grote hoeveelheden voedsel in Zijn mond te stoppen. Krishna verklaarde aan de inwoners van Vraja (Vrindavan) dat Hijzelf de heuvel Govardhan is. Zo maakte Krishna duidelijk dat Hij en Govardhan identiek zijn. Krishna zei toen aan het koeherdersvolkje: "Teneinde zich ervan te verzekeren dat het de koeien en hunzelf goed zal gaan, dienen alle mensen de heuvel Govardhan volgens Mijn aanwijzingen te aanbidden."
Indra was erg woedend dat Krishna de poedja ter ere van hem had gestopt. "Deze jongen Krishna is maar een kleine koeherdersjongen en toch durft Hij mij op deze manier belachelijk te maken? Ik zal Hem een lesje leren." Indra liet toen een overvloed van regen vallen en riep ook om de wind. Hij wilde Vrindavan helemaal verwoesten. Bang geworden holde het koehersvolk naar Krishna om hulp. Krishna zei: "Wees niet bang. Ik ben hier, de heuvel Govardhan is hier." Shri Krishna tilde vervolgens voor zeven dagen en nachten op de pink van zijn linkerhand de heuvel Govardhan, net als een grote paraplu, om de inwoners, de koeien en andere dieren van Vraja bescherming te bieden tegen de heftige regens en stormen die de hemelkoning, Indradeva stuurde. Deze lila van Krishna vond 5000 jaar geleden plaats. De grootte van de heuvel was toen 115 km lang en 72 km breed en 29 km hoog. Tegenwoordig is de heuvel slechts 2400 meters hoog. De heuvel heeft de vorm van een pauw. De volgende plaatsen als Radha Kund en Shyaam Kund zijn de ogen, Dan Ghati is zijn lang uitgerekte nek, Mukharavind is de mond en Punchari is zijn achterste  en zijn staartveren. Zoals een pauw vaak zijn nek buigt en zijn kop onder zijn maag plaatst, zo is ook de vorm van de Govardhan heuvel tegenwoordig te zien. Op de dag van Govardhan poedja gaan vele gelovigen in India op parikrama. Ze maken dan een rondgang om de heuvel Govardhan. Het is een pelgrimstocht van ± 27 km. Tijdens de parikrama wordt steeds een stop gemaakt bij al de heilige plaatsen. De gelovigen brengen dan hun eerbetuigingen, houden kirtans en luisteren naar lezingen over de plaats.

 

25.       Yama Dvitya

Deze herdenking is ook bekend als de Bhayja Doedj. Het lijkt ietwat op de Raksha Bandhan, maar heeft andere elementen erbij. Yam dewta is de personificatie van de dood. Volgens het verhaal had Yam een zus die werd Yamuna genoemd. Yamuna is beter bekend als een van de heilige rivieren in India. Zij wordt in een adem genoemd met de heilige rivier de Ganges als men over heilige rivieren spreekt. Men spreekt vaak van Ganga-Yamuna. Volgens het verhaal nodigt Yamuna haar broer regelmatig om eens langs te komen, maar ondanks de beloften van broer Yam komt er nimmer iets van terecht. Maar op een keertje verraste hij zijn zus door wel langs te komen. Die was zeer blij. Het was de tweede dag (dvitya) na Diwalie. Daarom de naam Dvitya! Bij het vertrek vroeg Yam zijn zus Yamuna om een wens te doen. Yamuna zei toen: "Broer, ik vraag en wens dat je ieder jaar op de tweede dag na de Diwalie viering bij mij op bezoek komt. En spaar alle broers en zussen die op deze dag ook zo doen van een vroegtijdige of onnatuurlijke dood en spaar hen van de narak (de hel). Broer Yam beloofde haar zus om het te zullen doen en gaf haar heel veel geschenken en vertrok. De mensen die dit feest nog vieren doen dat vaak samen met de Diwalie.

 

26.          Ganga Nahaan

Dit feest wordt op de tiende dag van de lichte helft van de maand Jyaistha (mei/juni) gevierd. Op deze datum is de Ganga rivier op een woensdag vele duizenden jaren geleden op de aarde beginnen te vloeien. Na vele jaren van ononderbroken gebed van meerdere generaties uit het geslacht van koning Sagar, was het de kleinzoon Bhagirath die heeft kunnen bewerkstelligen dat Ganga mata (moeder Ganga) Bhagirath vroeg om zijn wens kenbaar te maken. Hij vroeg dat zij naast het hemelse rijk waar ze tot nu toe vloeide ook de aarde die een dorre vlakte aan het worden was zou kunnen voorzien van haar zegenrijke, levenschenkende water. En uiteindelijk stemde zij ermee in. Via Shiva Bhagwaans hoofd begon Ganga de aarde te voorzien van haar water. Bhagirath mocht aangeven welke route zij moest volgen. Bhagirath gaf de route aan waar zijn voorvaders tijdens hun gebed hun leven hadden gelaten. En zo werden al deze voorvaderen gezuiverd door het water van Ganga mata en bereikten de verlossing. Zo werd Ganga mata de heilige rivier waar miljarden mensen trekken om gereinigd te worden van hun ziekten en zonden. Het is een bekende pelgrimoord geworden. Daarom gaan op deze dag miljoenen naar de Ganga rivier of een andere rivier om te bidden en na te denken over hun leven. Op deze dag neemt men een bad in het water, bidt voor de voorvaderen, geeft giften aan armen, behoeftigen en Mandir (tempels).

 

27.       Gieta Jayanti

Dit is een Hindoe feestdag waarop de Shrimad Bhagwat Gieta centraal staat. De Bhagwat Gieta komt voor in het 6e boek van het Mahabharat (het grootste epos aller tijden) en bestaat uit 700 shloka's (verzen) die in 18 hoofdstukken zijn gerangschikt. De Bhagwat Gieta is de dialoog tussen Shri Krishna en zijn toegewijde en vriend, de strijder Arjun. In deze dialoog worden drie wegen (yoga's) aangegeven, volgens welke de mens moksha (verlossing van dit aardse leven) kan bereiken.

Deze wegen zijn: de karma yoga, de weg van het belangenloos handelen; de bhakti yoga, de weg van de intense overgave en de gyaan yoga, de weg van het verstandelijk inzicht. De Bhagwat Gieta, die de essentie weergeeft van de in de Veda's en Upanishads vervatte kennis en wijsheid, is in nagenoeg alle westerse talen vertaald. De Bhagwat Gieta is één van de oudste boeken in de wereld. Shri Krishna zegt in de Bhagwat Gieta aan Arjun: "Ik onderwees deze eeuwige yoga-wetenschap aan Vivasv?n, de zonnegod, en Vivasv?n onderwees haar aan Manu, de vader der mensheid, en Manu onderwees haar op zijn beurt aan Iksv?ku. Zo werd deze allerhoogste wetenschap van geestelijk leraar op leraar ontvangen en zo ontvingen de heilige vorsten haar. Maar in de loop der tijd raakte de geestelijke erfopvolging verbroken en hierdoor lijkt de wetenschap zoals ze is, verloren te zijn. Wederom zal ik je deze allerhoogste wijsheid uiteenzetten, de meest verheven kennis, waardoor de wijzen, die haar bevatten, tot de hoogste volmaaktheid komen."

Waarom is de Bhagwat Gieta zo belangrijk voor het Kali Yuga (huidig) tijdperk? Omdat in Kali Yuga de mensheid in verval zal raken. Kali Yuga zal een oceaan van zonden zijn. Religie, waarheidlievendheid, reinheid, vergevingsgezindheid, mededogen, levensduur, lichaamskracht en herinneringsvermogen zullen met de dag afnemen. De mens zal te kampen hebben met vier tekortkomingen:
1. hij begaat gegarandeerd vergissingen
2. hij verkeert onveranderlijk in illusie
3. heeft de neiging anderen te bedriegen
4. hij wordt beperkt door de onvolmaaktheid van zijn zintuigen.
De Bhagwat Gieta is ook erg belangrijk omdat het de hoogste wijsheid uiteenzet. Krishna zegt in de Bhagwat Gieta: "Deze kennis is de bekroning van alle onderricht, het geheimste van alle geheimen. Het is de zuiverste kennis en omdat ze door realisatie rechtstreeks inzicht geeft in het zelf, is ze de vervolmaking der religie. Ze is onvergankelijk en wordt met vreugde toegepast." Om deze redenen was het zo relevant dat de Bhagwat Gieta weer gesproken moest worden door Krishna.

De onderwerpen die de Bhagwat Gieta behandelt zijn:
Jiva-atma (het levend wezen, wie zijn wij, de ziel), Ishvar (wie is God, wie bestuurt alles, Paramatma, Brahman, awtaars, dewta's), prakriti (materiële natuur), kala (tijdsaspecten), karma (wetten van oorzaak en gevolg), reïncarnatie (het terugkeren van de ziel in een ander gedaante), guna's (geaardheden der natuur: goedheid, hartstocht en onwetendheid).

De instructies van Krishna in de Bhagwat Gieta houden ook in hoe de mens zich moet gedragen, wat hij wél en niét mag, wat zijn z'n plichten. Shri Krishna zegt o.a. in de Bhagwat Gieta dat Hij de oorzaak is van alles, Hij woont in ieders hart en van Hem komen geheugen, kennis, vergetelheid, waarheidlievendheid, begoocheling, blijdschap, pijn, geboorte etc. Hij is de oorsprong van alle dewi's en dewta's (hemelbewoners). Hij is het enige doel van alle offers. Hij is Brahman, Hij is Param?tm?, Brahm?, Shiva, Vishnu. Hij is Aum, kortom, Hij is alles. Verder zegt Krishna: de bedoeling van alle Veda's is dat men Mij leert kennen. Ik ben voorwaar de schrijver van de Ved?nta en degene die de Veda's doorgrondt. In de Gieta Mahatmya (Padma Puraan) verheerlijkt Shiva Bhagwaan de Bhagwat Gieta. Shiva Bhagwaan zegt daarin aan Paarwatie mata dat het lezen van de Bhagwat Gieta iemand bevrijding (mukti) kan geven.

Wat zijn de belangrijkste instructies, tevens boodschap, van Krishna in de Shrimad Bhagwat Gieta? Shri Krishna zegt: "Denk onafgebroken aan Mij en wees Mij toegewijd. Aanbid Me en bewijs Me eer. Zo zul je voorzeker tot Me komen. Dat beloof Ik je, omdat je Mijn zeer dierbare vriend bent. Laat alle vormen van geloof voor wat ze zijn  en geef je slechts aan Mij over. Ik zal je verlossen van de terugslagen van al je zonden. Vrees niet."

 

 

 

 

 

  

 

 

15 jaar Hindoe basisschool Shri Saraswatie